Steeds meer informatie uit DNA-sporen

Forensisch DNA-onderzoek ontwikkelt zich razendsnel. Door technische ontwikkelingen verkrijgen we uit steeds meer sporen DNA-profielen die geschikt zijn voor vergelijkend DNA-onderzoek. Zelfs als een biologisch spoor maar uit enkele cellen bestaat. En dat kan ook veel betekenen voor zaken waarbij het DNA-onderzoek vóór 2019 heeft plaatsgevonden. 

Deze technische ontwikkelingen hebben vooral een grote meerwaarde bij minimale biologische sporen met weinig of deels afgebroken DNA. En bij sporen waarin DNA aanwezig is van meerdere personen, waarvan complexe DNA-mengprofielen zijn verkregen.

Er is nu meer mogelijk dan voor 2019, ook in de DNA-databank. Daarom kan het handig zijn om een zaak van voor 2019 nog een keer te laten bekijken.

Meer weten? Vraag een themasessie aan

Werkt u in de strafrechtketen? En wilt u meer weten over de nieuwste ontwikkelingen en wat deze voor uw zaken kunnen betekenen? Onze deskundigen komen graag bij u langs voor een presentatie.

Vul het aanvraagformulier in en geef aan in welk onderwerp u bent geïnteresseerd. Na uw aanvraag neemt een opleidingsadviseur van de afdeling Deskundigheidsbevordering contact met u op om de sessie in te plannen.

'Steeds meer informatie uit DNA-sporen' is één van de onderwerpen waarover onze deskundigen presentaties geven. De andere onderwerpen vindt u op de pagina Themasessies op locatie.

Waarom is er nu meer mogelijk dan voor 2019?

Er zijn drie belangrijke ontwikkelingen die ervoor zorgen dat we bij het NFI steeds meer informatie uit biologische sporen kunnen halen:

  • Bij het NFI gebruiken we het uitgebreide en zeer gevoelige DNA-analysesysteem PowerPlex Fusion 6C (PPF6C). Wij zijn hiermee de enige in Nederland. Met dit systeem kunnen onze deskundigen meer DNA-kenmerken vaststellen.
  • Met het door het NFI ontwikkelde DNA-expertsysteem (DNAxs) ontrafelen onze deskundigen zelfs de meest complexe DNA-mengprofielen. Hierdoor maakt DNAxs het mogelijk om met complexe DNA-mengprofielen uitgebreid vergelijkend DNA-onderzoek uit te voeren.
  • Door de nieuwste statistische rekenmodellen kunnen onze deskundigen in nog meer situaties dan voorheen de bewijskracht van (deels) overeenkomende DNA-profielen berekenen. 

Dankzij deze ontwikkelingen kunnen we nu nog vaker vaststellen van wie het DNA in een spoor afkomstig kan zijn. Deze mogelijkheden zijn vooraanstaand in de wereld van het forensisch DNA-onderzoek.

Laat zaken van voor 2019 opnieuw door het NFI bekijken

Heeft u een zaak van vóór 2019 met ‘open DNA-eindjes? Dan kan het van belang zijn om deze nog een keer te laten bekijken. Voor advies over uw zaak kunt u ons bereiken via DNAsporen@nfi.nl.

Deze nieuwe mogelijkheden zijn vooral interessant voor zaken waarbij de DNA-profielen eerder niet geschikt waren voor vergelijkend DNA-onderzoek. Of waarbij het verkregen DNA-profiel te complex was om de bewijskracht te berekenen bij een overeenkomst met een persoon.

Vergelijking in de DNA-databank voor strafzaken

Door de nieuwe ontwikkelingen kan het zijn dat we het verkregen DNA-(meng)profiel nu wel kunnen vergelijken in de DNA-databank. Terwijl dat bij het eerdere onderzoek technisch niet of slechts deels mogelijk was. De DNA-databank heeft bovendien nu meer zoekmogelijkheden en er zijn veel nieuwe personen opgenomen. Dit biedt de kans de onbekende persoon via de DNA-databank op te sporen.

Zo herkent u mogelijke ‘open DNA-eindjes’

Staat één van de volgende conclusies in het deskundigenrapport? Dan is dit een zaak om nog een keer te laten onderzoeken door het NFI:

  • ‘Er is een overeenkomst/match gevonden tussen het DNA-profiel van een persoon en een DNA-mengprofiel’. Maar de conclusie van de deskundige is dat het DNA-mengprofiel ‘niet voldoet aan de criteria voor een statistische evaluatie’. Dit werd ook wel ‘een match zonder statistische onderbouwing’ genoemd.
  • ‘Er is een onvolledig DNA-(meng)profiel verkregen, dat niet geschikt is voor een vergelijkend DNA-onderzoek of niet geschikt is voor een vergelijking met DNA-profielen in de DNA-databank’.
  • Er is een DNA-profiel verkregen maar er zijn ‘extra/additionele DNA-(neven)kenmerken zichtbaar die niet geschikt zijn voor een vergelijkend DNA-onderzoek’. Soms is ook vermeld dat de bemonstering ‘een relatief kleine hoeveelheid DNA bevat van een of meer personen, maar dat die kleine hoeveelheid ongeschikt is voor een vergelijkend DNA-onderzoek’.
  • ‘Vanwege het grote aantal donoren is het DNA-mengprofiel niet geschikt voor identificatiedoeleinden/vergelijkend DNA-onderzoek, of voor een statistische evaluatie’.
  • ‘Het DNA-(meng)profiel is eenmalig vergeleken met DNA-profielen van personen in de Nederlandse DNA-databank voor strafzaken waarbij geen overeenkomsten zijn gevonden’.
  • ‘Er zijn haren aangetroffen die niet geschikt zijn voor een autosomaal DNA-onderzoek’ of ‘de haren zijn wel veiliggesteld, maar niet nader onderzocht’.