Telefoons en computers
Op deze pagina lees je wat digitale sporen zijn en hoe het NFI digitale sporen kan vinden.
Om misdrijven op te lossen haalt het NFI informatie uit digitale sporen. Dit zijn sporen die te vinden zijn in bijvoorbeeld Whatsapp-berichten op je telefoon, bestanden op een harde schijf of locaties in een navigatiesysteem. Maar ook op een bankpas staan digitale sporen.
Verbrande telefoons
Zelfs uit een verbrande telefoon die is gesmolten tot een klomp plastic kan het NFI nog bruikbare gegevens halen. De onderzoeker zaagt hiervoor de gesmolten telefoon eerst voorzichtig open en haalt de geheugenchip los. Hij herstelt de contactpunten op de beschadigde chip. Daarna kopieert hij de gegevens en zet die om in leesbare informatie, zoals Whatsapp-berichten, een lijst van contactpersonen en foto’s. Ook is nog te achterhalen wie het laatste is gebeld.
Wachtwoorden kraken
Het NFI kan ook verwijderde gegevens terughalen uit een computer, of wachtwoorden kraken om zo informatie te krijgen over een misdrijf. Er was eens een crimineel die zijn telefoon een uur lang in water had gekookt om zijn belgeschiedenis te kunnen wissen. Onderzoekers van het NFI konden met speciale apparatuur alsnog de gegevens ophalen!
Het NFI kan ook verwijderde gegevens terughalen uit een computer, of wachtwoorden kraken om zo informatie te krijgen over een misdrijf.
Camerabeelden
Ook de beelden van videocamera’s zijn belangrijk bij de opsporing van criminelen of bij incidenten. Videocamera’s zijn overal te vinden; in parkeergarages, winkelcentra of bij treinstations. Hiermee kan bijvoorbeeld worden bepaald hoe lang een verdachte is en hoe hij er uitziet. Zo kan de politie beter naar de verdachte zoeken.
Camera’s op de snelweg kunnen helpen bij het onderzoek naar een auto-ongeluk. Onderzoekers kunnen met camerabeelden uitrekenen hoe hard de auto reed en of de auto heeft geremd.