De wapen- en munitieonderzoeker van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) doet onderzoek naar schietincidenten. Hij onderzoekt of afgevuurde kogels en hulzen afkomstig zijn uit een bepaald vuurwapen en maakt reconstructies van schietincidenten, bijvoorbeeld om te bepalen vanaf welke positie er is geschoten. Ook doet hij onderzoek naar de dodelijkheid van een kogel onder de omstandigheden van het schietincident.
Een voorbeeld: dodelijk schot in de borst
De politie krijgt rond 20.30 uur diverse meldingen van schoten in een tuin. In de tuin treft de politie het levenloze lichaam aan van een vrouw, zittend in een stoel. De vrouw is mogelijk overleden aan een schot in haar borst. De politie verricht technisch onderzoek en vindt twee hulzen die voor verder onderzoek naar het NFI gaan.
Wapendeskundigen onderzoeken of afgevuurde kogels en hulzen afkomstig zijn uit een bepaald vuurwapen en maken reconstructies van schietincidenten.
Welke vragen beantwoordt de onderzoeker?
- Zijn de hulzen afkomstig uit één of meerdere vuurwapen(s)?
- Wat voor soort vuurwapen(s) is (zijn) er gebruikt en van welk merk?
- Is er een relatie met een ander schietincident?
- Vanaf welke positie is het dodelijk schot gelost?
Hoe gaat de onderzoeker vervolgens aan de slag?
Om te bepalen of de hulzen afkomstig zijn uit één of meerdere vuurwapen(s) voert de onderzoeker een vergelijkend hulsonderzoek uit met behulp van de aanwezige sporen in de hulzen.
De positie en de vorm van de sporen helpen de onderzoeker het soort en merk van het vuurwapen vast te stellen.
De onderzoeker controleert of het vuurwapen eerder bij schietincidenten in Nederland is gebruikt met behulp van de Landelijke Verzameling Kogels en Hulzen.
Met een reconstructieonderzoek bepaalt de onderzoeker ten slotte vanaf welke positie de kogel is afgevuurd.
Mogelijke uitkomsten
De hulzen blijken afkomstig te zijn uit twee verschillende vuurwapens: een pistool van het merk Walther, model PPK en een pistool van het merk Beretta, model 9000S.
De huls uit de Beretta wordt gekoppeld aan een eerder incident waarbij al een verdachte in beeld is. Tijdens politieverhoor geeft de verdachte aan waar hij en zijn vriend zich bevonden op het moment dat zij schoten.
Met schotrestenonderzoekers van het NFI start de onderzoeker een reconstructieonderzoek. Daaruit blijkt dat de dodelijke kogel afkomstig is van de positie van de vriend, zoals de verdachte heeft verklaard.