NFI: Smartwatches bieden inzicht in tijdstip van overlijden
Nieuw onderzoek van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) toont aan dat smartwatches het tijdstip van overlijden met een marge van dertig minuten kunnen helpen bepalen. Dit is nauwkeuriger dan ooit tevoren. Dit is de uitkomst van het onderzoek van Tanja Gosseling, forensisch arts in opleiding. Bij het NFI werd ze begeleid door Jan Peter van Zandwijk, digitaal forensisch wetenschapper en Bart Latten, forensisch patholoog. Van Zandwijk: "We kunnen de tijdlijn van een overlijden nu nóg nauwkeuriger bepalen. Dat kan van groot belang kan zijn in mogelijke moordzaken."
Tanja Gosseling voerde het onderzoek uit bij het NFI. “Steeds meer mensen dragen een smartwatch”, zegt Gosseling. “Bij mensen die overleden worden aangetroffen, rijzen soms vragen over de oorzaak. Gegevens op een smartwatch kunnen helpen om daar meer duidelijkheid over te krijgen.” Van Zandwijk vult aan: "Dit is waardevolle informatie voor forensisch onderzoek. Deze smartwatchgegevens kunnen ook door de politie worden gebruikt."

Tijdstip van overlijden
Een smartwatch registreert continu fysiologische gegevens zoals hartslag, beweging en soms zelfs het zuurstofgehalte in het bloed. Gosseling analyseerde hoe nauwkeurig het werkelijke tijdstip van overlijden bepaald kan worden op basis van deze gegevens. Ze onderzocht dit bij patiënten die een procedure volgden, waarbij sprake is van gecontroleerd overlijden (euthanasie). Minstens drie uur voor het verwachte overlijden droegen de patiënten een smartwatch. Op het moment van overlijden noteerde de behandelend arts het exacte tijdstip. Ongeveer een half uur na het overlijden werd de smartwatch weer van de pols verwijderd. Vervolgens vergeleken de onderzoekers de digitale sporen uit de smartwatches met het daadwerkelijke tijdstip van overlijden. Drie typen smartwatches werden getest: Garmin, Apple Watch en Samsung Watch.
Toetsingscommissie
Voorafgaand aan het onderzoek werd beoordeeld of het onderzoek onder de Wet medisch wetenschappelijk onderzoek met mensen (WMO) viel. Dit is van toepassing wanneer een onderzoek medisch-wetenschappelijk is én proefpersonen handelingen moeten ondergaan of gedragsregels krijgen opgelegd waarbij er een inbreuk wordt gemaakt op hun integriteit. Een onafhankelijke medisch-ethische commissie heeft het onderzoek getoetst en concludeerde dat het niet onder de WMO viel. In totaal zevenentwintig personen hebben aan het onderzoek deelgenomen. Zij werden via hun huisarts benaderd. Vooraf werden zij volledig geïnformeerd en gaven zelf schriftelijke toestemming voor deelname. De opmerking die Gosseling het meest raakte, kwam van een deelnemer: "Ik vind het heel mooi dat ik op de laatste dag van mijn leven nog een bijdrage kan leveren aan de wetenschap en hoop dat ik hiermee anderen kan helpen."
Belangrijke eerste stap in forensisch onderzoek
Digitale sporen van een smartwatch kunnen het tijdstip van overlijden met een marge van dertig minuten bepalen, wat waardevolle informatie is voor strafrechtelijk onderzoek. Dit kan bijdragen aan het oplossen van misdrijven. Wanneer er geen camerabeelden of getuigen zijn, wordt het tijdstip van overlijden nu vaak onder andere bepaald op basis van lichaamstemperatuur. Dit levert vaak een marge van meerdere uren op en wordt beïnvloed door factoren zoals kleding, luchtcirculatie, vochtigheid en buitentemperatuur. Door gebruik van gegevens op de smartwatch kan een schatting met een kleinere marge gemaakt worden. Van Zandwijk: "Dit onderzoek is een eerste stap in het forensisch gebruik van deze technologie in overlijdensonderzoeken. We zien al mogelijkheden voor vervolgonderzoek, bijvoorbeeld naar postmortale verplaatsing." De uitkomst van dit onderzoek laat zien dat een smartwatch meer is dan een gadget: het kan een belangrijke rol spelen in waarheidsvinding.
Data2Activity
Het onderzoek maakt deel uit van het onderzoeksprogramma ‘Data2Activity’, waarin digitale sporen op apparaten worden gekoppeld aan fysieke activiteiten. Gosseling deed het onderzoek als onderdeel van de opleiding tot forensisch arts aan de Netherlands School of Public & Occupational Health (NSPOH).