Het NFI onderzoekt 3D-geprinte voorwerpen en wat die kunnen vertellen over de makers

Vuurwapens, granaten of onderdelen die zijn gemaakt met 3D-printers: het is een relatief nieuw fenomeen dat we steeds vaker zien, ook in strafzaken. De rechtbank Amsterdam deed uitspraak in een zaak tegen een 33-jarige man uit Hoogvliet die verdacht werd van het opzetten van een wapenfabriek met 3D-printers. Om klaar te staan voor de forensische vraag van morgen doet het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) onderzoek naar 3D-printers en 3D-geprinte voorwerpen. Hoe kunnen we bijvoorbeeld aantonen dat twee 3D-geprinte wapens die elk op een andere plek worden aangetroffen door dezelfde persoon gemaakt zijn?

Laagjes gesmolten plastic

Martin Janssen is deskundige bij team Microsporen en Materialen en initiatiefnemer van het onderzoek naar 3D-geprinte wapens. Hij legt uit hoe 3D-printen werkt: “Wat je kunt bedenken, kun je maken met een 3D-printer. Dit varieert van alledaagse objecten, zoals bekers en kunst, tot onderdelen voor wapens.” Door dunne laagjes gesmolten plastic nauwkeurig op elkaar te stapelen, kunnen complexe objecten, zoals vuurwapens, worden gecreëerd. Het proces omvat vaak het printen van vele losse onderdelen, die uiteindelijk samengevoegd worden tot een volledig functioneel wapen.

Vergroot afbeelding 3D-geprinte onderdelen van vuurwapens met verschillende afmetingen en kalibers
Beeld: ©NFI
3D-geprinte onderdelen van vuurwapens met verschillende afmetingen en kalibers

Laatste ontwikkelingen

Het NFI volgt de ontwikkelingen op het gebied van 3D-geprinte wapens op de voet. “We monitoren continu of er nieuwe modellen zijn verschenen, wat de verbeteringen zijn, waar je het kunt halen en hoe ingewikkeld het is om de onderdelen te produceren”, zegt Janssen. Vervolgens probeert het NFI deze onderdelen zelf te printen om inzicht te krijgen in de productiemethoden.

Vergelijkend onderzoek

Een cruciale vraag in het onderzoek is hoe we kunnen aantonen dat verschillende 3D-geprinte wapens, die op verschillende plekken zijn aangetroffen, door dezelfde persoon gemaakt zijn. “Door vergelijkend onderzoek te doen op het materiaal kunnen we aantonen of wapens van dezelfde bron afkomstig zijn”, legt Janssen uit. Als twee 3D-geprinte wapens met hetzelfde materiaal geprint zijn, is het mogelijk herleidbaar naar dezelfde persoon.  Het NFI heeft geïnvesteerd in technieken om filament, het materiaal waarmee geprint wordt, te analyseren en te identificeren. “We verzamelen systematisch data over verschillende filamenten, zodat we in de toekomst merken en herkomst kunnen onderscheiden”, vertelt Janssen. Deze gegevens worden in een database opgeslagen.

Forensische vraag van de toekomst

Samenwerking staat centraal bij het NFI. Om kennis uit te wisselen werkt het NFI samen met Europol. Het onderzoek wordt gefinancierd door ondermijningsgelden. Door online de ontwikkelingen te volgen en de database op te bouwen, zorgt het NFI ervoor dat deskundigen klaar zijn voor de forensische vragen van morgen.

Vergroot afbeelding Recent verschenen nieuw ontwerp van een 3D-geprint vuurwapen
Beeld: ©NFI
Recent verschenen nieuw ontwerp van een 3D-geprint vuurwapen