Jaarbericht NFI: kansen door digitale transformatie, maar ook uitdagingen op het gebied van financiën, personeel en toegankelijkheid forensische data

Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) levert als Rijkskennisinstelling (RKI) met een uitvoerende taak iedere dag een bijdrage aan een veilige en rechtvaardige samenleving. Het instituut doet dit door forensisch onderzoek, door kennis te delen en te innoveren: digitalisering, automatisering, de inzet van kunstmatige intelligentie (AI) en data science bieden volop kansen. Het instituut staat komend jaar wel voor stevige financiële uitdagingen, door de benodigde financiering voor ICT-veranderingen en stijgende energieprijzen. Aandachtspunt voor het NFI blijft de beschikbaarheid van forensische data voor de hele strafrechtketen. Hierover moeten afspraken worden gemaakt, ook met commerciële partijen die forensisch onderzoek aanbieden. Dat blijkt uit de naar de Tweede Kamer gestuurde Stand van de Uitvoering.

Onafhankelijk, goed en betrouwbaar forensisch onderzoek is onmisbaar voor de waarheidsvinding in strafrechtelijke onderzoeken. Ondermijnende criminaliteit ontwricht de maatschappij. Voor de bestrijding hiervan ligt er een belangrijke taak bij opsporingsdiensten, het Openbaar Ministerie (OM) en bestuurders, maar ook bij het NFI. Het NFI levert jaarlijks een bijdrage aan tienduizenden onderzoeken. Het NFI werkt behalve voor rechtbanken, politie en het OM ook voor andere opsporingsdiensten en internationale partijen zoals de Verenigde Naties (VN) en het Internationaal Strafhof (ICC). En dat niet alleen: ook door de opbouw van kennis en door innovaties levert het NFI een waardevolle bijdrage aan een veiliger en rechtvaardige samenleving.

Al tachtig jaar in beweging

Dit jaar is het 25 jaar geleden dat het Gerechtelijk Laboratorium en het Laboratorium voor Gerechtelijke Pathologie fuseerden tot het NFI. Maar het instituut bestaat al langer. In 1945 werd het Gerechtelijk Laboratorium opgericht. “In die afgelopen tachtig jaar is er enorm veel veranderd”, zegt Algemeen Directeur Marc Elsensohn: “Technologische ontwikkelingen en innovaties maken het mogelijk om steeds meer informatie uit steeds minder sporenmateriaal te halen, en om meer en sneller onderzoek te doen.” En was het NFI eerst een monopolistische uitvoeringsorganisatie voor forensisch onderzoek, tegenwoordig zijn er meerdere partijen die forensisch onderzoek doen. Door technologische ontwikkelingen kan de politie steeds meer zelf onderzoeken op locatie en bovendien zijn er naast publiek-private partners ook commerciële partijen die inmiddels ook forensisch onderzoek doen.

Rijkskennisinstelling

Het NFI richt zich daarom naast forensisch onderzoek ook steeds meer op haar rol van internationaal kennisinstituut voor forensisch onderzoek. Zo leverde het instituut een waardevolle bijdrage aan de wereldwijde ISO-standaarden voor forensische laboratoria. Het NFI maakt een digitale transitie door en ontwikkelt nieuwe onderzoeksmethoden, software én kennis om klaar te staan voor de forensische vraag van morgen. Het NFI werkt samen met een (internationaal) netwerk van forensische instituten, en met universiteiten en het bedrijfsleven. 

Afgelopen jaar is het instituut maar liefst driemaal vermeld in de top tien van Beste Overheidsinnovaties. Het digitale platform Hansken won dit jaar bij de European Public Sector Awards (EPSA) in de categorie ‘Digital Transformation’ de eerste prijs. Hansken helpt opsporingsdiensten nationaal en internationaal bij het snel en efficiënt onderzoeken van grote hoeveelheden digitale sporen. Het Europese project EXFILESzorgde ervoor dat het NFI honderden van de allernieuwste cryptotelefoons kon kraken. De telefoons werden met name in onderzoeken naar zware ondermijnende criminaliteit gekraakt. Het instituut ontving hiervoor de Anti Fraude Award op het Fraude Film Festival.

Kansen

De digitale transitie biedt veel kansen voor het forensisch onderzoeksveld. In grote hoeveelheden data kunnen wetenschappers patronen en nieuwe verbanden ontdekken. Door onderzoeken te versnellen, kan nu al in een vroege fase van het onderzoek richtinggevende informatie worden gegeven. Zo kunnen resultaten van bijvoorbeeld DNA-onderzoek met de geautomatiseerde Snelle Identificatie Lijn (SIDL) al binnen drie dagen gecommuniceerd worden aan de politie. Forensische innovaties kunnen zelfs misdrijven voorkomen, zoals met het model dat het NFI trainde om levensbedreigende berichten te herkennen in grote hoeveelheden data. Hiermee zijn ontvoeringen, mishandelingen en liquidaties voorkomen. 

Financiële uitdagingen

Naast kansen signaleert het NFI ook een aantal uitdagingen. Bijvoorbeeld op het gebied van financiën. Stijgende energieprijzen en meer vrije dagen door cao-afspraken, leiden tot een onbalans tussen de taken en de daarvoor beschikbare middelen. Ook de kosten voor benodigde vernieuwing van de informatievoorziening (IV) passen niet binnen de beschikbare financiële middelen. Daar komt bij dat een deel van de lopende investeringen in de IV tot nu toe zijn gefinancierd uit incidentele middelen. Gelden worden niet structureel toegekend, waardoor het NFI gebruik moet maken van tijdelijke arbeidskrachten in plaats van vast eigen personeel. Tijdelijke krachten zorgen voor fors hogere kosten.

Toegankelijkheid forensische data

Het NFI maakt zich ook zorgen over de beschikbaarheid van forensische data voor de hele strafrechtketen. Niet alleen moeten alle aanbieders van forensisch onderzoek steeds meer data verzamelen, ook de toegang tot en het beheer ervan vormen een steeds grotere uitdaging. Die data zijn nodig om metingen te duiden, om onderzoek te doen voor innovaties, om zaaksoverstijgende verbanden en patronen te signaleren én om trends in criminaliteit te herkennen. Het beleid van overheidsorganisaties zoals het NFI is om data openbaar te maken, tenzij dat niet kan of niet mag. Dat beleid geldt niet voor commerciële partijen. Het NFI wil met politie, het OM en andere aanbieders verkennen wat er mogelijk is en duidelijke afspraken maken over het delen van data.

Het NFI zet onder andere met de komst van het onderzoeksprogramma Justicelink belangrijke stappen op het gebied van databeheer, infrastructuur en datagedreven werken. Waar toegestaan en van toegevoegde waarde, streeft het NFI naar het publiceren van datasets, zoals data van metingen uit experimenten. Voorbeelden van door het NFI gepubliceerde data zijn metingen aan glasmRNAtelefoons en schotresten.

Arbeidsmarkt

Medewerkers vormen met hun expertise en bevlogenheid het kapitaal van het NFI. De huidige krapte op de arbeidsmarkt maakt het voor veel organisaties lastig om gekwalificeerd personeel te werven én te behouden. Ook bij publiek-private en commerciële partijen die forensisch onderzoek aanbieden is gekwalificeerd personeel nodig. Hierdoor dreigt een waterbedeffect: andere partijen trekken gekwalificeerd personeel bij het NFI weg om hun productie te verhogen. Het NFI investeert daarom in opleidingen voor personeel en zet in op ondersteuning van medewerkers met AI bij het analyseren van meetgegevens en forensische data. Dat vraagt om het opbouwen van kennis van het potentieel, maar ook van de tekortkomingen van AI bij alle betrokkenen. 

Slot

Het NFI is over bovenstaande knelpunten in gesprek met het ministerie van Justitie en Veiligheid. De broodnodige vernieuwing en vervanging van oude IV-systemen is niet mogelijk zonder aanvullende (structurele) financiering, waarschuwt Algemeen directeur Marc Elsensohn: “Als er geen extra middelen worden gevonden, zal het NFI maatregelen moeten nemen die de productie raken. Dit zal consequenties hebben voor forensisch onderzoek ten behoeve van een veiliger samenleving.”

De jaarcijfers van het NFI zijn ook terug te vinden in de Rijksbegroting.