AI-model getraind om vuurwerk sneller te herkennen na ontploffing
Dagelijks vinden incidenten plaats met zwaar vuurwerk. Het vuurwerk wordt gebruikt voor aanslagen op woningen, uit vernielzucht of als wapen tegen de mobiele eenheid. Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) heeft met de politie en het Openbaar Ministerie (OM) een webapplicatie vuurwerkverkenner.nl ontwikkeld om het onderzoek naar zulke incidenten te vergemakkelijken.
Onderzoek na een vuurwerkincident is geen sinecure. Het vuurwerk is in talloze stukjes en snippers uiteen geblazen. Vaak tot in de wijde omgeving van de plaats delict. Om onderzoek te kunnen doen, is het essentieel dat politiemensen weten welk vuurwerk is gebruikt en waarnaar zij moeten zoeken. De applicatie helpt de politie om meteen aan de hand van foto’s van snippers te herkennen welk (professioneel) vuurwerk is ontploft. Ook geeft de webapplicatie gelijk bijbehorende relevante informatie.
AI-modellen
Het idee om de webapplicatie te ontwikkelen kwam van het deskundigheidsgebied Explosies en Explosieven van het NFI, vertelt NFI-deskundige Jan Dalmolen: “Het onderzoeken van vuurwerksnippers is nodig na explosies, maar de capaciteit van NFI-deskundigen is schaars. Het onderzoek is op zich niet heel complex, je moet alleen veel kennis hebben van alle mogelijke vuurwerkartikelen.”
Bij de afdeling Forensische Big Data Analyse (FBDA) van het NFI is ervaring met het trainen van AI-modellen voor het herkennen van afbeeldingen. Dalmolen: “We wilden kijken of we ook een model konden trainen om de vuurwerksnippers te herkennen. Zo ontstond het idee voor de webapplicatie.”
Duizenden snippers
Een team van FBDA hielp het team Explosies en Explosieven vervolgens om het AI-model te trainen. “We wisten dat het haalbaar was, maar we wisten ook dat het niet makkelijk zou zijn”, zegt Kim de Bie, data scientist bij het NFI. Voor de verkenning en doorontwikkeling van de webapplicatie ontvingen ze tweemaal een subsidie van Innovation Court.
De NFI-ers trainden het AI-model door het voorbeelden van vuurwerk te laten zien, zowel intacte etiketten als snippers. In samenwerking met de Explosieven Opruimingsdienst van Defensie (EOD) zijn hiervoor honderden stukken zwaar vuurwerk opgeblazen. Daarna zijn duizenden snippers verzameld en op hoge kwaliteit gefotografeerd. Het vuurwerk voor het onderzoek is beschikbaar gesteld door het Functioneel Parket van het OM en was afkomstig van inbeslagnames.
Sporen
Raoul de Graaff, forensisch specialist bij politie-eenheid Noord Holland, is ervan overtuigd dat de applicatie gaat helpen bij onderzoek. “Voor onderzoek na een incident is het essentieel dat je weet om wat voor vuurwerk het gaat. Door op de plaats delict (PD) snippers via de applicatie te identificeren, weten politiemensen naar welke deeltjes van het vuurwerk zij op straat nog moeten zoeken. Die deeltjes kunnen sporen bevatten die naar de dader leiden”.
Illegaal vuurwerk is er in alle soorten en maten, alleen al van de zogenoemde Cobra bestaan vele tientallen soorten. De Graaff: “Als we precies weten welk vuurwerk is gebruikt, kunnen we daarmee mogelijk verbanden tussen incidenten leggen. En treffen we bij een verdachte een specifiek type vuurwerk aan, dat bijvoorbeeld bij aanslagen is gebruikt, dan kan dat als bewijs dienen.”
Informatie over gevaarzetting
Bovendien, zegt De Graaff, geeft de applicatie informatie over het vuurwerk. “Bijvoorbeeld over de zogenoemde gevaarzetting. Of met andere woorden: wat de kracht van het vuurwerk is. Dat is voor politiemensen op straat relevant als ze niet-ontploft vuurwerk aantreffen, maar kan ook bepalen voor welk vergrijp een verdachte later wordt vervolgd.”
De webapplicatie is door iedere politieagent op straat te gebruiken. “We hebben besloten alles open source te publiceren”, zegt De Bie: “Dat is het beleid van de overheid. We maken het openbaar, tenzij er zwaarwegende redenen zijn om het niet te doen. Die waren er in dit geval niet. Daarnaast maakt het ons controleerbaar. Iedereen kan kijken hoe het model is getraind en hoe het werkt.”
Complexe onderzoeken
Alleen indien de politie nog een bevestiging nodig heeft of het inderdaad om een bepaald soort vuurwerk gaat of wil weten hoe gevaarlijk de ontploffing in een specifieke situatie was, moeten ze straks nog bij de deskundige van het NFI aankloppen. Zijn de deskundigen van het NFI niet bang dat ze straks helemaal overbodig worden? Dalmolen lacht: “Nee hoor. De vuurwerkapplicatie moet up-to-date gehouden worden. Er komen in de toekomst vuurwerkartikelen bij en die moeten aan de database toegevoegd worden. Daarnaast is er met al die explosies werk genoeg. Het NFI heeft dankzij de webapplicatie meer tijd om zich te richten op complexere onderzoeken en die tijd kunnen we goed gebruiken.”
Indien er veel aanvragen komen, kan het zijn dat de applicatie even niet werkt. Probeer het dan later nog een keer!