CLHC en NFI presenteren eerste Nederlandse Forensische Onderzoeksagenda
Het Co van Ledden Hulsebosch Centrum (CLHC) en het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) presenteren de eerste Nederlandse Forensische Onderzoeksagenda (NFOA). De agenda beschrijft wat er voor innovaties en wetenschappelijke onderzoeken nodig en mogelijk zijn om het forensisch onderzoeksveld de komende jaren verder te ontwikkelen en nog relevanter te maken. Met de Nederlandse Forensische Onderzoeksagenda, staat Nederland klaar voor de forensische vraag van de toekomst.
Ontwikkelingen in de forensische wereld gaan razendsnel. Nieuwe vormen van criminaliteit vragen om nieuwe forensische kennis en methodieken. Automatisering, digitalisering en datagedreven werken bieden enorme kansen om sneller, beter en meer forensisch onderzoek te doen. Tientallen wetenschappers, forensisch onderzoekers en professionals uit de strafrechtketen hebben aan de onderzoeksagenda meegeschreven of inbreng geleverd.
Richting
De agenda geeft richting aan die wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen, om zo de impact van forensisch onderzoek nog verder te vergroten. “Criminelen gebruiken nieuwe technieken om buiten het zicht van de autoriteiten te blijven. Daarvoor moeten wij nieuwe forensische methodes ontwikkelen, anders is ons werk straks niet meer relevant. Kijk bijvoorbeeld naar de nieuwste cryptotelefoons en de snelle ontwikkelingen op het gebied van nauwelijks meer met het blote oog te herkennen deepfakes”, zegt Annemieke de Vries, directeur Wetenschap en Technologie van het NFI en, samen met de directeuren van het CLHC, initiatiefnemer voor de onderzoeksagenda. Tegelijkertijd bieden wetenschappelijke doorbraken en technologische innovaties continu nieuwe kansen voor het forensisch onderzoek. “Stilstand is achteruitgang. Nieuwe technieken kunnen antwoord geven op andere vragen”, aldus De vries.
Geld voor forensisch onderzoek
De NFOA omvat de belangrijkste ontwikkelingen voor alle forensische wetenschappelijke disciplines, uitgezonderd de forensische medische expertise gebieden, waarvoor al eerder een onderzoekagenda was opgesteld. De agenda is bedoeld om potentiële financiers voor wetenschappelijk onderzoek te inspireren en te motiveren om middelen vrij te maken voor de forensische wetenschap in Nederland, zegt Arian van Asten, professor aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) en een van de directeuren van het CLHC: “We moeten voor de financiering van onderzoeksprojecten nu nog concurreren met gevestigde onderzoeksgebieden in de fundamentele wetenschap, zoals fysica, scheikunde en biologie. De realiteit is dat er daardoor nu relatief weinig academische middelen beschikbaar zijn voor de forensische wetenschap.” Van Asten hoopt dat de onderzoeksagenda daar verandering in brengt: “Het doel is om de samenwerking tussen de academie, innovatieve bedrijven en het forensische werkveld te stimuleren.”
Vijf thema's
De onderzoekagenda beschrijft aan de hand van vijf interdisciplinaire thema’s de belangrijkste wetenschappelijk onderzoeksrichtingen in het forensische veld voor de komende tien jaar.
Het eerste thema is ‘Sporen vinden, veilig stellen en volgen’. "Dit benadrukt het belang van de juiste sporen op de juiste wijze veilig te stellen op een plaats delict (PD), om deze daarna op een robuuste manier te transporteren en onderzoeken", aldus professor Maurice Aalders van de Amsterdam University Medical Centers, tevens CLHC directeur.
Het tweede thema betreft de ‘Ultieme forensische reconstructie’. Dit thema benadrukt dat het uiteindelijk in elk strafrechtelijk onderzoek draait om een nauwkeurige reconstructie: ‘Wat is er gebeurd en wie waren daarbij betrokken?’.
Het derde thema is ‘Iedereen, overal, alles, altijd’. De titel is geïnspireerd op de oscarwinnende film ‘Everything. Everywhere. All at Once’. Dit thema gaat over mobiele technieken, cloud data en geavanceerde data analyse en de mogelijkheden die dat geeft om steeds meer forensische onderzoeken razendsnel ter plekke uit te voeren.
Het vierde thema is genaamd ‘AI en data science in de forensische praktijk’ en gaat over de enorme potentie van kunstmatige intelligentie en data analyse voor nagenoeg alle vormen van forensisch onderzoek.
Het vijfde en laatste thema betreft ‘Ketenbreed meer met forensische informatie’ en beschrijft de mogelijkheden om meer informatie en inzicht te genereren over criminaliteit en de effectiviteit van onderzoeksmethodes door forensische data zaaksoverstijgend te bekijken.
Mix van wetenschap en praktijk
In de meeste Europese landen doet de politie meestal het toegepaste forensisch onderzoek, terwijl universiteiten juist vooral zijn gericht op meer fundamenteel wetenschappelijk onderzoek. Nederland heeft met het NFI voor forensisch onderzoek een bijzondere positie in de wereld, vertelt Annemieke de Vries: “Bij het NFI komen wetenschap en praktijk samen. De verbinding tussen wetenschap en praktijk is een vliegwiel voor innovaties. Neem bijvoorbeeld het DNA-onderzoek in de zaak waarin een jongeman overleed, nadat hij zou zijn geschopt op het Spaanse eiland Mallorca. Het gaat om hoog specialistisch onderzoek, met complexe sporen. Dat onderzoek hadden we niet kunnen doen als het NFI niet jaren geleden op wetenschappelijke ontwikkelingen had geanticipeerd en niet nauw had samengewerkt met universiteiten en collega onderzoeksinstituten”, aldus De Vries.
Jubileum CLHC
De officiële lancering van de onderzoeksagenda was op het jaarlijkse CLHC symposium, waar in deze editie ook het tienjarig bestaan van het CLHC werd gevierd. Het CLHC is het Nederlands centrum voor forensische en forensisch medische wetenschap van de Universiteit van Amsterdam (UvA), vernoemd naar de Nederlandse forensische pionier Co van Ledden Hulsebosch. Meer weten over het CLHC? CLHC Symposium - Co van Ledden Hulsebosch Center