Jaarbericht: NFI signaleert kansen, maar ook risico’s voor het forensisch onderzoeksveld

Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) zet komend jaar in op het verder vergroten en versnellen van het aanbod van forensisch onderzoek. Digitalisering, automatisering, de inzet van kunstmatige intelligentie en data-science bieden daartoe volop kansen, ook voor het verder verbeteren van het aanbod. Het instituut zet in op innovaties, internationale samenwerking en wil een deel van het veelvoorkomend onderzoek uitbesteden. Het NFI signaleert behalve kansen ook een aantal risico’s voor het forensisch onderzoeksveld. Dat blijkt uit de vandaag naar de Tweede Kamer gestuurde Stand van de uitvoering. In dit bericht een korte samenvatting met een terugblik op het afgelopen jaar en een vooruitblik.

Terugblik

In de Stand van de uitvoering is te lezen dat het NFI afgelopen jaar niet alleen een bijdrage leverde aan tienduizenden strafrechtelijke onderzoeken, maar ook aan internationale onderzoeken van de Verenigde Naties (VN) en het ICC, aan buitenlandse strafzaken en aan onderzoeken van andere overheidsorganisaties zoals de IND en defensie.

Vergroot afbeelding Gebouw van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) aan de Laan van Ypenburg in Den Haag.
Gebouw van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) aan de Laan van Ypenburg in Den Haag.

Bijdragen aan forensische onderzoeken

De afdeling Biologische Sporen vervaardigde bijna 130.000 DNA-profielen, in circa 53.000 onderzoeken. Het NFI heeft daarnaast in totaal meer dan 16.500 onderzoeken naar verdovende middelen uitgevoerd, waarvan ruim 12.000 onderzoeken binnen 24 uur aan de politie werden gerapporteerd. Het team van forensisch pathologen onderzocht het afgelopen jaar circa 300 lichamen van overleden personen. De digitale forensische zoekmachine Hansken is in meer dan 1000 onderzoeken ingezet. De zoekmachine helpt opsporingsdiensten om grote hoeveelheden digitale informatie slim te doorzoeken en te analyseren. Afgelopen jaar kwam de 24-uurs dienst van zedenonderzoeken bij minderjarigen in de regio onder druk te staan, door het (landelijk) tekort aan forensisch artsen. Jarenlang verzorgde het NFI met een onderbezet team de 24-uurs zorg door het hele land. Het is de partijen in de strafrechtketen gelukkig op tijd gelukt om de 24-uurs zorg voor de minderjarigen in zedenzaken te continueren, waardoor iedereen de benodigde zorg tijdig krijgt. Het onderzoeksbureau LOEF doet nu een belangrijk deel van de onderzoeken, met ondersteuning vanuit het NFI.

Voorbeelden van zaken

Een opmerkelijk onderzoek in het afgelopen jaar was het tweelingenonderzoek, waarbij het NFI voor het eerst in een Nederlandse strafzaak ééneiige tweelingbroers op basis van DNA van elkaar heeft onderscheiden. Het NFI leverde ook bijdragen aan de strafzaak Eris. In deze zaak stonden 19 verdachten terecht voor in totaal vijf liquidaties en pogingen daartoe. Het NFI ontwikkelde o.a. een tool voor Hansken om foto’s van chatberichten te doorzoeken. De informatie uit de berichten zorgde voor een goudmijn aan informatie over de toedracht van de moorden, de opdrachten, de voorbereidingen en de pogingen om mensen dood te schieten,’ zei de officier van justitie hierover op de zitting.

Innovaties

Behalve het leveren van bijdragen aan strafrechtelijke onderzoeken, heeft het NFI innoveren als kerntaak. In 2022 heeft het NFI circa 20% van de productieve uren besteed aan Research & Development. Het NFI levert nieuwe onderzoeksmethoden, software en kennis om klaar te staan voor de forensische vraag van morgen en om meer zaken sneller af te handelen of om nieuw licht te werpen op een coldcase.

Voorbeelden van innovaties

Het NFI heeft als eerste ter wereld het DNA-proces van begin tot eind geautomatiseerd, waardoor politie en OM standaard al na drie dagen resultaten teruggekoppeld krijgen. Het afgelopen jaar heeft het NFI dit geautomatiseerde proces NFI-breed uitgerold. Een opschaling van het aantal sporen is nu tegen geringe kosten te bereiken.

De toepassing van data-science is een ander voorbeeld. Het NFI kan door de toepassing eventuele patronen in grote hoeveelheden data ontdekken, zodat criminele verbanden zichtbaar worden. Door de door het NFI ontwikkelde DNA-software DNAxs is het bijvoorbeeld mogelijk om grote hoeveelheden DNA-gegevens tussen zaken te vergelijken en zo zaken met elkaar in verband te brengen. Op verzoek van het OM en de politie kan het NFI op die manier criminele netwerken inzichtelijk maken. Het NFI onderzoekt samen met de Universiteit van Amsterdam en andere partners of dit ook kan in drugszaken.

Het NFI werkt om te innoveren intensief samen met wetenschappelijke instituten (universiteiten en hogescholen) en onderzoeks- en kennisinstituten (RIVM, WODC, TNO) uit binnen- en buitenland.  Het NFI is ook een actieve partner in internationale netwerken zoals bijvoorbeeld het European Network Forensic Science Institutes (ENFSI). (Inter)nationale samenwerking en efficiënt gebruik maken van elkaars expertise zijn een essentieel uitgangspunt voor efficiënte innovaties.

Voorbeeld internationale samenwerking

In het Europese project EXFILES werken opsporingsdiensten en private bedrijven samen om nieuwe methoden en technieken te ontwikkelen om toegang te krijgen tot de nieuwste cryptotelefoons.

Kennis- en expertisecentrum

Het NFI wil zijn rol als hét kennis en expertisecentrum op het gebied van forensisch onderzoek versterken. Dit door te investeren in relevant onderzoek, méér en breder kennis te delen en te ontsluiten en te adviseren over relevante ontwikkelingen en (on)mogelijkheden voor toepassing van forensisch onderzoek. Het NFI werkt aan een online kennisplatform om beschikbare kennis, onderzoeksmethoden, data en algehele inzichten breder toegankelijk te maken. Het NFI heeft afgelopen jaar een interne en een externe wetenschappelijke adviesraad ingericht, die het NFI jaarlijks adviseren over de ontwikkeling van wetenschap en innovaties van forensisch onderzoek.

Nationale Forensische Onderzoeksagenda

Het NFI heeft in samenwerking met het Co van Ledden Hulsebosch Centrum (CLHC) bijvoorbeeld het initiatief genomen om te komen tot een Nationale Forensische Onderzoeksagenda (NFOA). Wetenschappers vanuit het hele Nederlandse forensische onderzoeksveld werken - samen met forensische experts, politiedeskundigen en juridische professionals - aan de gemeenschappelijke agenda om richting te geven aan het forensisch wetenschappelijk onderzoek voor het komende decennium. Nederland is straks het eerste land met een nationale onderzoeksagenda voor het hele forensische veld.

Drie kerntaken zijn verweven

In een innovatieve omgeving zoals die van het NFI, is de kruisbestuiving tussen de (eigen) forensische praktijk, tussen de verschillende disciplines en de wetenschap nodig. Bij het doen van onderzoek in strafzaken stuit je soms op een probleem. Zoals geen toegang kunnen krijgen tot data in een telefoon. Externe wetenschappelijke, technologische en forensische ontwikkelingen kunnen die problemen helpen oplossen. Aan de andere kant zijn in de wetenschap ontwikkelingen die deskundigen ook op ideeën kunnen brengen voor nieuwe tools of methoden voor forensisch onderzoek. Forensische vragen worden steeds complexer, en de behoefte aan sneller en meer zaakonderzoek vraagt om innovatieve (andere) analyses en processen.

Vooruitblik

De vraag naar forensisch onderzoek is al jaren groter dan het aanbod. Sinds begin 2022 zijn er extra financiële middelen toegekend voor forensisch onderzoek en het NFI ziet dit als kans om het forensisch onderzoeksveld robuuster te maken. Het NFI signaleert echter ook een aantal risico’s, die het NFI niet alleen kan oplossen. We zijn daarover in overleg met het departement, opsporingsdiensten, het OM en de rechtspraak.

1. Een minimale zaakstroom voor het NFI

Door het beschikbaar komen van extra financiële middelen kan er bijvoorbeeld meer veelvoorkomend onderzoek uitbesteed worden. Het NFI is met de andere partijen in de strafrechtketen in gesprek, om te komen tot een doelmatige verdeling van onderzoek. Politie en OM willen piekbelasting zo goed mogelijk op kunnen vangen en zo veel mogelijk contra-expertise mogelijkheden hebben. Zij willen daarom bij voorkeur voor alle, en anders voor zo veel mogelijk, onderzoeksgebieden een andere partij in Nederland. Het NFI maakt zich zorgen over de hoeveelheid zaken die dan nog resteren voor het NFI om onderzocht te worden. ‘Gezien het vertrouwelijke karakter van forensisch onderzoek met aspecten als veiligheid, snelheid en continuïteit van beschikbaarheid, is structurele uitbesteding niet te prefereren’, concludeerde een adviescommissie eerder in een  een rapport aan de tweede kamer. 

Een vaste basisproductie bij het NFI is van belang:
1. Om de kennis (en data) op deze gebieden op een centrale plaats binnen de overheid te borgen.
2. Om een basisproductie voor de rechtspraak, OM en politie te allen tijde te kunnen garanderen.
3. Om de accreditatie en zo de kwaliteit te behouden.
4. Om op de betreffende deskundigheidsgebieden door te innoveren, ontwikkelen en te automatiseren.

2. Stabiele financiering nodig voor het Hansken-platform

Het digitale platform Hansken is onmisbaar geworden om de steeds groeiende bergen van in beslag genomen digitale data voor opsporingsdiensten, de rechtspraak, het OM en advocaten toegankelijk en doorzoekbaar te maken. Het platform is 11 jaar geleden opgericht en opsporingsdiensten gebruikten het platform afgelopen jaar in meer dan 1000 strafzaken. Het betreft veelal onderzoeken naar zware ondermijnende criminaliteit. Hansken wordt constant doorontwikkeld door een internationale community, NFI-ers en studenten van de Hogeschool Leiden. Dat is ook nodig, want de telefoon van vandaag, is morgen verouderd en apps worden constant geupdate. Het platform fungeert volgens de samen met opsporingsdiensten ontwikkelde Hanskenvisie, als ‘landingsplek’ voor innovaties uit de wetenschap. Het programma Hansken is enkele jaren geleden met tijdelijke financiële steun vanuit het departement gestart. Met het aflopen van het programma Hansken per 1 juli 2023, stopt ook een deel van de financiering van Hansken. Het NFI is over de financiering in overleg met de andere partijen in de strafrechtketen en departement en de overige gebruikers van Hanksen, maar een oplossing is vooralsnog niet gevonden.  

3. Stabiele financiering nodig voor IV en beheer

Om makkelijker en veiliger informatie uit te kunnen wisselen tussen de rechtspraak, de politie, het OM en het NFI, moeten de systemen en onderliggende processen op elkaar worden aangepast. Daarnaast wordt het beschermen van de gegevens steeds belangrijker, evenals de wens om versterking aan te brengen op het gebied van privacy, security, ethiek en transparantie. Hier zijn nu geen structurele middelen (geld en capaciteit) voor. Een voorbeeld van een weerbarstig probleem in dit kader is het bewaren en vernietigen van (lichamelijke/menselijke) materialen en data. Het NFI is vaak afhankelijk van politie en OM voor informatie over de beslissing, de termijnen en welk onderzoeksmateriaal tijdelijk bewaard, overgedragen of vernietigd moet worden. Het NFI ontvangt nu niet altijd bericht over de beslissing wat er moet gebeuren met het materiaal. Om dit structureel in te regelen is meerjarige financiering nodig, inclusief een structurele financiering voor beheer. Ook hierover is het NFI in gesprek.  

4. Bewegingsruimte voor innovaties

Het NFI is in gesprek over rolverdeling en mandaten met het departement en de andere partijen in de strafrechtketen. Het blijft uitdagend voor het NFI om voldoende tijd en budget te reserveren voor innovaties en onderzoek, zodat kansen zoals data gedreven werken, voldoende benut kunnen worden. Zonder innovatie geen vooruitgang en zonder vooruitgang verlies je relevantie in het zaakonderzoek en uiteindelijk de relevantie in de strafrechtketen. Daarnaast moeten de kwaliteit van het onderzoek en de onafhankelijkheid geborgd blijven, zodat de noodzakelijke voorwaarden voor innovatie zijn geborgd. Het NFI heeft de expertise en samenwerkingsnetwerken in huis om op het gebied van innovaties de noodzakelijke eigen afwegingen en keuzes te maken.

5. Afspraken maken over data met commerciële partijen

De beschikbaarheid van onderzoeksdata en het gebruik van artificial intelligence, spelen een steeds belangrijkere rol in het forensisch onderzoek. Het NFI investeert in het digitaal en beveiligd ontsluiten van relevante data voor de strafrechtketen. Hiermee zetten we een mooie stap in de richting van ‘ketenbrede forensic intelligence’. Forensic intelligence is behalve het gericht inzetten van forensische kennis, ook het kwantitatief en kwalitatief analyseren van data om betekenisvolle patronen van criminaliteit te identificeren. Het is essentieel dat de data, afkomstig van forensisch onderzoek beschikbaar blijven voor de gehele keten. Zeker nu steeds meer onderzoeken worden uitbesteed aan commerciële partijen. Dit om referentieverzamelingen actueel en compleet te houden, om te kunnen innoveren, om verbanden en patronen binnen en tussen zaken te kunnen leggen én om trends te kunnen signaleren op alle vakgebieden. Overheden zijn verplicht data beschikbaar te stellen, maar commerciële partijen niet. Hierover moeten dus voor het uitbesteden van forensisch onderzoek door NFI, politie of OM op voorhand afspraken gemaakt worden.

6. Zorgen voor voldoende goed opgeleid personeel

Het NFI is een kennisintensieve organisatie en medewerkers vormen met hun kennis en expertise het kapitaal van de organisatie. De huidige krapte op de arbeidsmarkt maakt het voor veel organisaties -en dus ook voor het NFI- uitdagend om tijdig het benodigde extra personeel te werven. Ook voor de benodigde IV-ontwikkelingen. Het NFI moet met de keten, met de universiteiten en andere opleidingsinstituten, zorgen voor voldoende aanwas en opleiding van kwalitatief goed personeel. Daarnaast zet het NFI ook in op verdere automatisering van methoden en processen.

Het NFI investeert continue in het zijn van een instituut waar mensen graag willen werken. Uit onderzoeken onder medewerkers blijkt dat het NFI daarin slaagt. Het behalen van de finale voor de titel ‘Beste Overheidsorganisatie van het Jaar’ eind 2022, was een grote blijk van waardering voor NFI-ers. ‘Het Nederlands Forensisch Instituut is goed bij de tijd, innoverend en professioneel,’ stond in het juryrapport.

Voor een veiliger samenleving

Het NFI heeft de ontwikkelingen, kansen, zorgen en uitdagingen die er zijn, gedeeld in de Stand van de uitvoering. Daarnaast is het NFI hierover in gesprek met de betrokken partijen. Het NFI investeert komend jaar in het verder toekomstbestendig maken van het forensisch onderzoeksveld en het instituut, zodat Nederland kan blijven beschikken over de beste forensische onderzoeken voor een veiliger en rechtvaardige samenleving.