Vingersporen onthullen informatie over handelingen van daders misdrijf
Wat verraadt een vingerspoor over de mogelijke handelingen van de dader van een misdrijf? Anouk de Ronde, verbonden aan de HvA, voerde de afgelopen vier jaar een uniek onderzoek uit bij het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) en de Hogeschool van Amsterdam (HvA). Ze ontwikkelde een nieuwe methode om vingersporen in stafzaken beter te kunnen analyseren. Een vingerspoor zegt namelijk meer dan wie de mogelijke donor van het spoor is. Uit haar onderzoek blijkt dat vingersporen ook informatie kunnen geven over de handelingen van personen. Op 28 oktober promoveert De Ronde bij de Vrije Universiteit van Amsterdam.
De Ronde is de eerste ter wereld die heeft onderzocht wat vingersporen kunnen verraden over de handelingen van mensen op het moment dat zij de vingersporen achterlaten. “Zowel de locatie, de richting van de vingersporen als het type vinger dat de afdruk achterlaat, geven waardevolle informatie”, stelt De Ronde. De promovenda trekt deze conclusie op basis van experimenten die ze de afgelopen vier jaar deed. Ook bezocht ze voor een van de experimenten een opmerkelijke locatie: het festival Lowlands.
400 kussenslopen
Met vierhonderd kussenslopen en bussen verf, bedoeld om vingersporen direct te visualiseren, ging de forensisch onderzoeker naar Lowlands om de hulp van festivalgangers in te schakelen. Het doel was onder andere om meer zicht te krijgen op waar sporen achterblijven als iemand een moord pleegt met een kussen. Ze vroeg bezoekers om een kussen op te maken en om er een minder onschuldige handeling mee uit te voeren: ‘iemand’ mee te stikken, in dit geval een pop. “Op die manier wilde ik meer informatie uit vingersporen halen dan de bekende papillairlijnen om mensen te identificeren. Ik kijk vooral naar het zogenoemde ‘activiteitniveau’, dus wat zeggen sporen over wat er is gebeurd? Dat soort vragen nemen steeds meer toe in het forensisch onderzoek en daar draagt dit onderzoek aan bij.”
De Ronde ontdekte na het analyseren van alle data dat iemand die een moord pleegt met een kussen op een andere plek vingersporen achterlaat dan iemand die een kussen verschoont. “Die informatie is niet eerder uit een vingerspoor gehaald, maar die informatie is dus wel potentieel aanwezig in de sporen. Een verrassende, zeer interessante uitkomst van mijn onderzoek.”
Experimenten met bierflesjes en piepschuim poppen
Verder deed ze experimenten met bierflesjes: kun je aan de vingersporen zien of iemand uit het flesje gedronken heeft of juist iemand ermee heeft geslagen? Ook liet ze studenten ontbijtkoek in stukken snijden om te achterhalen waar de vingersporen dan op het mes zitten en liet ze vrijwilligers een pop van piepschuim steken met een mes. De handelingen werden gefilmd en de vingerafdrukken werden vervolgens zichtbaar gemaakt met de chemische stof cyanoacrylaat. De meetgegevens vertaalde De Ronde naar een wiskundig model dat ze samen ontwikkelde met NFI-deskundige Bas Kokshoorn. Met het model is het mogelijk om te voorspellen welke handeling het meest waarschijnlijk heeft plaatsgevonden.
“Er is nog wel meer onderzoek nodig voordat deze aanpak in zaakonderzoek toegepast kan worden”, benadrukt De Ronde. Het onderzoek is een eerste verkenning onder labomstandigheden, waarbij in sommige experimenten gebruik is gemaakt van verf. Dat gebeurt in een echte zaak niet. Ook vingersporen bij combinaties van handelingen, zoals eerst smoren met een kussen en het kussen daarna opmaken, zijn nog niet bestudeerd. In vervolgonderzoek wil ze kijken naar hoe deze methoden ook toe te passen zijn op de plaats delict, zodat daar al de juiste sporen geselecteerd kunnen worden.
Waardevolle samenwerking
Het onderzoek van Anouk de Ronde is uitgevoerd binnen het lectoraat Forensisch Onderzoek van de HvA en valt onder het project ‘Vingersporen: de bron en verder’. De Ronde werkte in haar onderzoek samen met de Vrije Universiteit van Amsterdam en de Politieacademie en voerde dus een deel van haar onderzoeken uit bij het NFI onder begeleiding van vingersporendeskundige Marcel de Puit. “Deze samenwerking is erg waardevol gebleken omdat ik nauw contact had met mensen die aan echte zaken en sporen werken. De kennis tussen de instituten samenbrengen, had grote meerwaarde in dit onderzoek.”