Bas Kokshoorn bijzonder lector dynamiek van forensische sporen
Bas Kokshoorn van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) is per 1 mei benoemd tot bijzonder lector Dynamiek van Forensische Sporen aan de Hogeschool van Amsterdam (HvA). Het nieuwe bijzondere lectoraat is een samenwerking tussen onderzoeksprogramma Forensisch Onderzoek van de Faculteit Techniek en het NFI, waar hij een stevige carrière heeft opgebouwd op het gebied van DNA-onderzoek. ‘Het steeds beter kunnen waarnemen van minimale sporen vraagt om nieuwe processen en kennis in onderzoek en onderwijs.’
Verbinding tussen uiteenlopende disciplines
Kokshoorn neemt 13 jaar ervaring mee binnen het NFI, waar hij als forensisch onderzoeker doorgroeide tot principal scientist. In deze rol bewaakt hij de kwaliteit van het onderzoek binnen het NFI en vertaalt hij dat naar de breedte van de organisatie. Daarmee fungeert hij als verbindende kracht tussen de uiteenlopende disciplines die het NFI rijk is. Die functie bekleedt hij nog steeds, waardoor hij als bijzonder lector een nieuwe verbinding kan realiseren tussen het NFI en het onderwijs en onderzoek binnen de HvA.
Bijdrage aan oplossen misdrijven
Kokshoorn is van huis uit bioloog en promoveerde aan de Universiteit Leiden op onderzoek naar DNA-verwantschap tussen soorten slakken. De overstap naar het NFI was voor Kokshoorn een logischer vervolg dan het lijkt: ‘De technologie van DNA-onderzoek bij slakken is grotendeels hetzelfde bij mensen. Maar het maatschappelijke karakter van forensisch onderzoek en het leveren van een bijdrage aan het oplossen van misdrijven trok mij naar het NFI.’
Dynamiek van forensische sporen
Als bijzonder lector Dynamiek van Forensische Sporen wil Kokshoorn meer kennis vergaren over het ‘gedrag’ van minimale sporen die met nieuwe technologieën en methodieken zichtbaar worden. ‘We kunnen steeds kleinere sporen van plaats delict waarnemen, interpreteren en duiden, maar dat betekent ook iets ingrijpends voor je werkzaamheden als forensisch onderzoeker.’
‘Het gaat enerzijds aan de voorkant veranderingen veroorzaken voor de rechercheurs op de plaats delict die sporen binnenhalen en bewaren, en voor forensisch medewerkers die deze sporen verwerken en analyseren. Anderzijds levert het in de rechtbank nieuwe vraagstukken op: wat kunnen die verfijnde sporen zeggen over wat er precies is gebeurd? Denk aan de verspreiding van zulke minimale sporen in de omgeving door dagelijkse handelingen. Net als de overdracht naar diverse oppervlakken van combinaties van verschillende typen forensische sporen als DNA, vingersporen, glas of schotresten. Oftewel de dynamiek van forensische sporen. Daar wil ik onderzoek naar doen; het is voor een groot deel nog onbekend terrein.’
Forensisch onderzoekers van morgen
De HvA is voor Kokshoorn de ideale plek om de nieuwe kennis te ontwikkelen en uiteindelijk in de praktijk toe te passen. ‘Er zit heel veel energie en denkkracht bij de HvA als kennisinstelling. Eerder heb ik met HvA-promovendus Anouk de Ronde samengewerkt in haar onderzoek naar wat vingersporen kunnen vertellen over de handeling die heeft plaatsgevonden op een plaats delict. Daarvoor gebruikten we een statistisch (Bayesiaans) model om te rekenen met kansen. Dit soort innovatieve methodes kunnen we in het onderwijs toepassen en verder ontwikkelen, in relatie tot actuele vraagstukken uit de praktijk. Vanuit het NFI, de forensische opsporing van de politie, dan wel elders. Dat samen met de forensisch onderzoekers van morgen aanpakken, dat vind ik fantastisch.’