Jaarbericht: NFI zet in op innovatie, automatisering, (inter)nationale samenwerking en versnelling
Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) zet dit jaar in op verdere versnelling, automatisering, (inter)nationale samenwerking, innovatie én het uitbesteden van niet complexe onderzoeken aan externe partijen. Het NFI is wereldwijd een toonaangevend forensisch instituut en wil dat blijven. Er komt daarom een aantal noodzakelijke investeringen aan in onder andere ICT. “We moeten nu investeren om ook in de toekomst misdrijven te helpen oplossen,” zegt Marc Elsensohn, algemeen directeur van het NFI.
2020 was het jaar waarin door corona een beroep werd gedaan op flexibiliteit van mensen en organisaties. “Geen enkele activiteit op het NFI is onaangetast gebleven, zowel in het primaire proces als in de ondersteuning ervan,” laat Elsensohn weten. Het NFI beantwoordt op onafhankelijke wijze complexe, criminalistische vragen. Het instituut adviseert politie en Openbaar Ministerie (OM) over het verzamelen van sporen op een plaats delict. Daarnaast verricht het NFI forensisch-technisch onderzoek aan de sporen en rapporteert hierover aan politie, OM en de rechtspraak.
Afspraken over forensisch zaakonderzoek, R&D en kennisuitwisseling
Het NFI maakt elk jaar met het ministerie van Justitie en Veiligheid en de ketenpartners afspraken over de te leveren diensten. Die worden vastgelegd in de Service Level Agreement (SLA). In de SLA is vastgelegd hoeveel capaciteit het NFI beschikbaar heeft voor zaaksonderzoek, research en development en kennisuitwisseling voor OM, politie en Rechtspraak.
Forensisch zaakonderzoek
Politie, Rechtspraak en OM hebben nadat de corona-maatregelen van kracht waren, wekelijks de werkzaamheden op de veranderingen in het criminaliteitsbeeld en de bezetting afgestemd. De productie voor OM, politie en Rechtspraak is in 2020 nagenoeg conform deze afspraken geleverd.
Op tijd
In 92,4 % van de zaken leverde het NFI de producten binnen de afgesproken tijd. De gemiddelde levertijd is de afgelopen jaren gedaald naar 15 dagen. Omdat de aard van de onderzoeksvragen per forensisch onderzoeksgebied sterk verschillen, wisselt ook de gemiddelde levertijd. Bij de deskundigheidsgebieden die onderzoek doen naar onder meer plofkraken, wapens, schotresten niet-humane biologische sporen en explosieven - was de gemiddelde levertijd 10 dagen. Bij de onderzoeksgebieden waar toxicologie en onderzoek naar botten onder vallen, was de gemiddelde levertijd 44 dagen. Daarnaast zijn er ook gebieden die binnen een enkele uren of dagen het resultaat opleveren. Het DNA-spoedtraject kan bijvoorbeeld al na 3 uur resultaat leveren. Ook een eerste voorlopig rapport van een gerechtelijke sectie wordt direct na afloop aan politie en OM meegegeven.
Veranderende instroom door corona
De werkvoorraden op de afdelingen zijn afgenomen. Er werd meer werk afgemaakt op alle afdelingen dan dat er bij kwam. Er is ingezet op vermindering van de levertijd door een combinatie van automatisering, aanpassing van de werkprocessen en toepassingen van nieuwe methoden en technieken bij het NFI.
De productie is in aantallen echter wel lager dan afgesproken in de SLA. Corona had invloed op de misdaad, die zich ook aan moest passen. Vandaar dat is gestart met een wekelijks overleg met politie en OM – de zogenoemde ketencall- om de productie en capaciteit af te stemmen op de behoeften van politie en het OM. Daarnaast is tijdelijk gestopt met de afname van DNA-materiaal van veroordeelden, wat leidde tot een dalende instroom bij de DNA-afdeling van het NFI. Inmiddels is deze afname weer opgestart. Verdachten die door de rechtbank schuldig zijn bevonden aan een misdrijf met een gevangenisstraf hoger dan 4 jaar, staan allemaal DNA af voor in de DNA-databank voor strafzaken.
Steeds meer steeds sneller
Het steeds sneller leveren van de onderzoeksresultaten en het verrichten van richtinggevend onderzoek om zo het opsporingsproces zo goed mogelijk te ondersteunen, staan steeds meer centraal bij de werkzaamheden van het NFI. De vraag naar meer en steeds sneller forensisch onderzoek blijft, dus er moet conform de visie op het forensisch onderzoek gekeken worden of een deel door bijvoorbeeld marktpartijen kan worden gedaan. In 2020 is gewerkt aan de opstart en uitvoering van onder meer de proeftuinen ‘snelle DNA straat’, ‘snelle ID lijn’ en ‘local DNA’ op het gebied van DNA-onderzoek. Forensisch onderzoek dat veel voorkomt wordt vereenvoudigd, gestandaardiseerd, geautomatiseerd en waar mogelijk overgedragen aan politielaboratoria of uitbesteed aan marktpartijen. Het NFI creëert zo ruimte om te investeren in het meer complexe en multidisciplinaire zaakonderzoek.
Research en development
Het NFI vernieuwt en verbetert het zaakonderzoek continu. Digitale innovaties maakten in 2020 het ‘onmogelijke’ mogelijk, bijvoorbeeld door het kraken van Encrochat. De afgelopen periode zijn belangrijke innovaties doorgevoerd in het digitaal onderzoek: van het openbreken van telefoons tot het toepassen van Artificial Intelligence bij analyses van in beslag genomen materiaal als foto’s, video’s en geluidopnames. De R&D-uren zijn voor 95 procent conform de planningen besteed, ondanks de corona-beperkingen die ook het werk van het NFI moeilijker maken. “Innovaties zijn belangrijk voor het NFI om het zaakonderzoek op het vereiste kwaliteitsniveau te blijven uitvoeren en onze (inter)nationaal erkende positie als excellent forensisch instituut te behouden,” zegt directeur Wetenschap en Technologie van het NFI, Annemieke de Vries. “Het NFI heeft een unieke hoeveelheid van ruim 35 forensische deskundigheidsgebieden onder haar dak. De uitdaging waar het instituut voor staat is om in al deze gebieden robuust en relevant te blijven, en om de forensische onderzoeksmethoden state-of-the-art in te zetten. Veel van de research en development activiteiten bij het NFI zijn dan ook gericht op het continu doorontwikkelen van deze gebieden.” De grote verscheidenheid aan deskundigheidsgebieden binnen het NFI biedt ook nieuwe kansen, aldus De Vries: “Door verschillende forensische deskundigheidsgebieden te combineren in een multidisciplinaire aanpak, kunnen steeds meer misdrijven worden opgelost.” Nieuw gestarte NFI-brede onderzoeksprojecten zullen invulling geven aan deze multidisciplinaire thema’s.
Strategisch onderzoeksprogramma
Het NFI wil wendbaar, flexibel en snel acteren op ontwikkelingen in de wetenschap en technologie. Via een strategisch onderzoeksprogramma speelt het NFI in op de forensische vraag van morgen. “Technologische, wetenschappelijke en forensische ontwikkelingen gaan razendsnel. Beschikbare onderzoeksmiddelen om hier tijdig op te anticiperen zijn spaarzaam. Het is dus van groot belang dat wij onze capaciteit beter dan ooit weten te richten op wat gezien wordt als relevant en urgent,” zegt De Vries. Hiervoor zoekt het NFI samenwerking met andere forensische instituten en universiteiten in binnen- en buitenland. Zoals bijvoorbeeld met de School of Criminal Justice van de Universiteit van Lausanne. Daarnaast zet het NFI gericht capaciteit in om samen met politie en OM de forensische keten te vernieuwen, versnellen en verbeteren.
Wetenschappelijke publicaties
De resultaten van de meeste innovaties en de R&D-resultaten van 2020 zijn gepubliceerd in diverse wetenschappelijke tijdschriften. In 2020 hebben NFI-medewerkers bijgedragen aan meer dan 35 wetenschappelijke publicaties.
Samen met onderzoekers van de TU Delft is bijvoorbeeld gewerkt aan een methode die door middel van de samenstelling van de gebruikte benzine een link kan leggen tussen de brand en een verdachte. De resultaten zijn gepubliceerd in het prestigieuze tijdschrift ‘Nature Scientific Reports’. Het NFI ontwikkelde met de FBI en het NIST (National Institute of Standards and Technology) software om kras-en indruksporen op kogels en hulzen afkomstig uit vuurwapens automatisch te vergelijken. Het automatiseren van het vergelijkend sporenonderzoek moet het visuele onderzoek van de vuurwapendeskundigen versterken. Ook zijn er verdere stappen gezet in de ontwikkeling van software voor de automatische interpretatie van DNA-profielen. De eerste DNAxs-licentie is verkocht aan een internationaal forensisch instituut. Een ander stuk software dat in 2020 na een lange periode van ontwikkelen en optimaliseren tot finale versie is gekomen is STRNaming. In de nabije toekomst zullen DNA-profielen ook gemaakt gaan worden door middel van Massively Parallel Sequencing (MPS), een methode die in de medische diagnostiek en in onderzoek veelvuldig wordt toegepast vanwege de extra mogelijkheden; STRNaming zou een belangrijke internationale standaard kunnen worden.
Kennisdeling en deskundigheidsbevordering
Het NFI leidt tot slot forensische medewerkers op tot deskundige professionals. De essentiële accreditaties om onderzoeken naar (inter)nationale standaarden te kunnen uitvoeren, zijn in 2020 verlengd. Daarnaast verzorgt het NFI onderwijs voor haar ketenpartners zoals OM, Rechtspraak en politie om forensische technieken en nieuwe ontwikkelingen uit te leren. Het geven van onderwijs aan externen werd door corona initieel sterk gehinderd, maar door betrokken NFI-medewerkers is het onderwijsprogramma voortvarend en grotendeels omgezet naar digitaal onderwijs. Er zijn animaties en video’s gemaakt om kennis over forensische onderzoeken en processen binnen het NFI voor OM, politie en Rechtspraak inzichtelijk te maken. Het NFI had ruim 9000 uur gereserveerd voor deskundigheidsbevordering aan ketenpartners, uiteindelijk is twee derde van de afgesproken uren ingezet.
Vooruitblik
Medio december 2020 is het rapport van de tweede visitatie door de visitatiecommissie onder leiding van mw. Sorgdrager uitgekomen. Er is nog werk aan de winkel, maar het NFI heeft de stijgende lijn te pakken. De commissie heeft een aantal aanbevelingen gedaan aan het NFI, J&V, politie en OM. Het NFI neemt alle aan het instituut gerichte aanbevelingen over.
Uitdagingen
Komend jaar gaat het NFI verder met de uitwerking van de eerder genoemde Visie op Forensisch Onderzoek. Naast het beheersen van aanstaande gevolgen door de pandemie, signaleert het NFI drie uitdagingen waarmee het in 2021 aan de slag gaat. Het NFI moet komende jaren laboratoriumapparatuur en andere activa gaan vervangen. De ICT moet klaargemaakt worden voor de toekomst. De systemen van NFI, politie, OM en Rechtspraak moeten op elkaar aangepast worden om makkelijker en veilig informatie uit te kunnen blijven wisselen. Daarnaast moet het NFI aan de slag met het bewaren en vernietigen van (lichamelijke/menselijke) materialen en data. Het NFI heeft geen formele bewaarfunctie en is voor informatie over welke sporen bewaard moeten worden of vernietigd, afhankelijk van beslissingen door politie en OM.
Begrotingstekort
Tot slot was de begroting van het NFI voor het afgelopen jaar niet sluitend. Op de begroting van in totaal 83 miljoen was een tekort van bijna 3 miljoen. Dit werd mede veroorzaakt door corona, maar voornamelijk door hogere lasten voor ICT en apparatuur. Het tekort is afgelopen jaar grotendeels vanuit het eigen vermogen opgelost. Het productieniveau van 2020 voor politie, Rechtspraak en OM en het budget voor R&D zal vanaf 2021 naar beneden worden bijgesteld om de verhoogde lasten te kunnen dragen. Het NFI heeft in het Jaarplan 2021 een indicatie gegeven van de reductie op de productieafspraken tussen de 1,6 en 2 miljoen euro. Vanaf 2022 zullen deze tekorten oplopen tot ruim 4 miljoen euro op jaarbasis. Directeur Elsensohn: “Het verminderen van de productie doet pijn, maar binnen de huidige financiële kaders kunnen we niet anders. NFI’ers doen niets liever dan het helpen oplossen van misdrijven. Dat is ook waar we goed in zijn. Daar willen we het liefst onverminderd mee doorgaan. De hogere structurele uitgaven voor ICT en apparatuur zijn echt noodzakelijk. Nu niets doen is geen optie meer.” Over de begroting van 2022 worden daarom nog gesprekken gevoerd met J en V. De minister maakte recent bekend dat dit jaar 1 miljoen euro extra beschikbaar wordt gesteld voor forensisch onderzoek. “Dat verlicht de pijn dit jaar voor een belangrijk deel, maar het lost helaas de tekorten in de komende jaren niet op,” aldus Elsensohn.
Meer misdrijven oplossen in de toekomst
De vraag naar forensisch onderzoek blijft stijgen, signaleert Elsensohn: “Die zal nog wel even blijven stijgen. Daarom blijft het NFI naast een zo hoog mogelijke productie, investeren in de toekomst door onderzoeken verder te vereenvoudigen, standaardiseren, automatiseren en uit te leren of uit te besteden aan de markt. Met marktpartijen en partners kunnen we zo in de toekomst nog meer misdrijven helpen oplossen.”