Van glijmiddel tot roken: dit onthult je vingerafdruk allemaal
Wat voor forensisch interessante informatie kun je halen uit de chemische samenstelling van een vingerspoor? En hoe kan dat de politie helpen in een opsporingsonderzoek? Deze vragen staan centraal in het promotieonderzoek ‘Vingersporen, de bron en verder. Wat de samenstelling over de donor kan vertellen’ van Ward van Helmond, die het onderzoek uitvoerde bij het NFI. Van Helmond verdedigt donderdag 12 november zijn proefschrift bij de TU Delft.
“Het doel was om uit de chemische samenstelling van een vingerspoor informatie te krijgen over de donor van het vingerspoor”, vertelt Van Helmond. Het ging dus niet om de afdruk zelf, maar om de stoffen in zo’n afdruk, ook wel vingerspoor genoemd. “Als je een vingerspoor op een plaats delict vindt, weet je niet altijd van wie die is. Want niet van iedereen is natuurlijk een vingerafdruk opgenomen in een database van de politie. Met mijn onderzoek wilde ik kijken of je toch iets over de donor kan zeggen, informatie die de politie verder kan helpen in hun onderzoek.”
Roken, drugs of vegetariër?
Een van de onderzoeken deed Van Helmond in 2016 op Lowlands Science, het wetenschappelijke programma van festival Lowlands. Ruim 450 festivalgangers deden vrijwillig en anoniem mee aan zijn onderzoek. Ze moesten elk vier vingerafdrukken ‘afgeven’ en een vragenlijst invullen met vragen over hun geslacht, of ze alcohol of drugs gebruikten, vegetariër waren en of ze rookten. Dat laatste bleek goed terug te zien in het vingerspoor. “We vonden nicotine terug in de vingersporen van rokers. En in 90 procent van de gevallen konden we ook inderdaad aangeven dat iemand een roker was.” Dit kan de politie helpen bij de zoektocht naar een verdachte: is het een roker of niet.
Maar om nu bij elk vingerspoor te kunnen zien of het een roker is of niet, is nog niet mogelijk. Volgens Van Helmond is daar nog meer onderzoek voor nodig. “Zo weten we niet wat de invloed van de technieken is om onzichtbare sporen, zichtbaar te maken. Dat kán een spoor aantasten”, zegt hij. Daarnaast weet hij ook niet hoe de stoffen in een vingerspoor reageren als het spoor wat ouder is. “Op Lowlands hadden we te maken met verse sporen, maar dat is natuurlijk niet altijd zo.”
Glijmiddel en condoomresten
Een ander onderdeel van zijn promotieonderzoek gaat over het aantreffen en aantonen van condoomresten in vingersporen. Zedendelinquenten gebruiken steeds vaker condooms, waardoor er minder vaak sperma, en dus DNA, wordt aangetroffen bij slachtoffers. Een vingerspoor met daarin condoomresten zou mogelijk interessant zijn voor de opsporing. Van Helmond onderzocht daarom samen met collega Mark Begieneman of je op basis van glijmiddel in een vingerspoor kan bepalen welk condoom gebruikt is. “In 91 procent van de aangetroffen vingersporen bleek het inderdaad mogelijk om het merk én type condoom te achterhalen. Ik had niet verwacht dat we binnen één merk ook de diverse types konden onderscheiden. Dat was wel heel bijzonder.”
Onderzoekspartners
Van Helmond promoveert aan de Technische Universiteit Delft. Hij deed zijn vierjarige onderzoek bij het Nederlands Forensisch Instituut en het lectoraat Forensisch Onderzoek, een gemeenschappelijk lectoraat van de Politieacademie en de Hogeschool van Amsterdam. Van Helmond werkt nu bij het team Verdovende Middelen van de divisie Chemisch en Fysische Sporen.