DNA-verwantschapsonderzoek leidt na 50 jaar tot identificatie
Een 26-jarige man die al sinds 1967 werd vermist is onlangs geïdentificeerd dankzij DNA-verwantschapsonderzoek door het Nederlands Forensisch Instituut. In 2011 leverde DNA-onderzoek aan de stoffelijke resten van het slachtoffer geen profiel op. Met behulp van bestaande technieken die de afgelopen jaren werden verfijnd, lukte het nu wel om een DNA-profiel vast te stellen. Dit profiel leidde tot een match met het DNA van familieleden van het slachtoffer, waarop de man kon worden geïdentificeerd.
In 2011 werd op initiatief van de politie Noord-Nederland het besluit genomen om 16 graven van niet geïdentificeerde personen op Terschelling te openen. Hierbij hoopte men met DNA-onderzoek alsnog een profiel vast te kunnen stellen van de slachtoffers. Het ging hierbij om stoffelijke resten die in de periode tussen 1953 en 1986 op het eiland waren aangespoeld. In zeven gevallen lukte het destijds niet om een DNA-profiel vast te stellen. Voor een van deze zeven personen kreeg het NFI onlangs wederom het verzoek om met de huidige technieken alsnog een poging te wagen. Dit leidde tot een DNA-profiel dat gematcht kon worden met familieleden die eerder hun DNA hadden afgestaan aan de politie.
Nederlandse DNA-databank vermiste personen
Het coldcaseteam van de politie eenheid Den Haag startte in 2014 het project Zeeslachtoffers in samenwerking met het NFI en het Landelijk Bureau Vermiste Personen (LBVP) van de politie. Doel van het project was om van nabestaanden van vermiste zeelieden DNA te verzamelen en om dit te vergelijken met DNA uit de DNA-databank vermiste personen van de politie. Tijdens een aantal informatiebijeenkomsten stonden circa 50 nabestaanden hun DNA af.
Sinds een wetswijziging in de Wet op de Lijkbezorging in 2010 wordt standaard DNA-materiaal afgenomen van aangetroffen stoffelijke resten waarvan de identiteit -ook na onderzoek- onbekend blijft. Het DNA-profiel wordt vervolgens opgeslagen in de DNA-databank vermiste personen waarin inmiddels ook DNA-materiaal is opgeslagen van een groot aantal sinds 1920 aangespoelde ‘Nomen Nescio’s’ (naam onbekend).