DNA-databank koppelt steeds meer sporen aan verdachten
Maar liefst 5.643 matches waren er in 2015 tussen de DNA-profielen van veiliggestelde sporen en van personen die in de DNA-databank zijn opgenomen. In 2014 waren dat nog 5.201 matches. Deze groei is te verklaren door de stijging van het aantal opgenomen personen in de databank. Dit staat in het jaarverslag van de DNA-databank voor strafzaken, dat donderdag 23 maart is verschenen.
Sterkere bewijswaarde.
In 2015 werden 23.341 personen in de databank opgenomen tegenover 20.112 personen in 2014.
Het percentage sporen dat een match met een persoon gaf, steeg in 2015 van 54 procent naar 55 procent. De DNA-databank is daarmee weer efficiƫnter geworden.
Internationale matches
In 2015 werden 1.761 internationale matches gerapporteerd aan het Openbaar Ministerie en de politie. Doordat de DNA-databanken van EU-landen met elkaar worden vergeleken.
Hiermee komt het totaal aantal gerapporteerde internationale matches sinds 2008 uit op 8.805. In ruim 40 procent van de gevallen gaat het om Nederlandse sporen die matchen met personen in buitenlandse DNA-databanken. Deze matches brengen direct een mogelijke verdachte in beeld bij de opsporingsdiensten. Met een informatieverzoek zijn de persoonsgegevens van deze personen in het buitenland op te vragen.
Sterkere bewijswaarde door nieuwe DNA-techniek: Massive Parallel Sequencing
Ieder jaar staat in het themahoofdstuk van het jaarverslag een DNA-gerelateerd onderwerp centraal. Dit jaar is dat Massive Parallel Sequencing (MPS).
Voor het bepalen van een DNA-profiel kijken forensisch deskundigen in een standaard DNA-onderzoek op dit moment naar vijftien plaatsen op het DNA. De lengtes van die locaties vormen samen iemands DNA-profiel.
Bij MPS wordt niet alleen naar de lengtes van DNA-fragmenten, maar ook naar hun opbouw gekeken. Daarbij blijkt dat DNA-fragmenten van dezelfde lengte verschillend van opbouw kunnen zijn. Dit zorgt voor meer onderscheidend vermogen van DNA-profielen en daarmee stijgt de bewijswaarde van een verkregen DNA-profiel. Hierdoor wordt ook het scheiden van mengprofielen makkelijker. In mengprofielen zijn de DNA-kenmerken van twee of meer personen terug te vinden.
Toekomstverwachting: MPS vervangt huidige technologie
Hoewel het al langer mogelijk was om de opbouw van het DNA te bepalen, waren de kosten tot voor kort te hoog voor routinematige toepassing. Het is de verwachting dat MPS de huidige technologie voor het bepalen van DNA-profielen over vijf tot tien jaar vervangt.
Samenwerking met FLDO
Het NFI werkt op het gebied van MPS nauw samen met het Forensisch Laboratorium voor DNA-Onderzoek (FLDO) van het Leids Universitair Medisch Centrum. Het FLDO is als eerste laboratorium ter wereld geaccrediteerd om de MPS-technologie toe te passen in het forensisch DNA-onderzoek.