Forensische labs gaan Europese databases bouwen

Verschillende forensische laboratoria in Europa gaan samen databases bouwen en aan elkaar koppelen. De instituten krijgen daarmee de beschikking over Europese onderzoeksgegevens en dat leidt tot conclusies in onderzoeksrapporten die nog beter kunnen worden onderbouwd.

ENFSI – het netwerk van forensische instituten in Europa – kan voor het project gebruikmaken van subsidie van de Europese Unie. Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) is nauw betrokken bij het 2-jarig project, waarvan de kick-off meeting vorige week plaatsvond.

Hoe meer gegevens in een database, hoe betrouwbaarder de conclusies.

Databases opbouwen

Het project richt zich in eerste instantie op de vraag welke informatie de laboratoria al gebruiken en nog willen opnemen in de databases. “Daarna volgt de vraag wat je daarmee precies wilt en als laatste wordt gekeken welke software we voor de vraagstukken het beste kunnen gebruiken”, vertelt Amalía Brouwer-Stamouli. Zij is forensisch onderzoeker bij het NFI en projectleider van één van de databases die worden aangelegd.

De laboratoria onderzoeken ook hoe ze de toegankelijkheid tot verschillende ENFSI-databases kunnen verbeteren en aan elkaar kunnen koppelen.

Doel databases

Net als bij andere forensische instituten, onderbouwen deskundige van het NFI bevindingen in hun onderzoeken met statistische gegevens. Verschillende onderzoeksgebieden bij het NFI hebben daarvoor databases aangelegd en een groot aantal landen wisselt al DNA-profielen uit die in hun DNA databanken staan.

“Hoe meer gegevens je in een database kunt stoppen, hoe betrouwbaarder de conclusies zijn”, aldus Brouwer-Stamouli. Bij de uitwisseling van de gegevens worden overigens strikte privacyregels in acht genomen. “Dit is een van de uitdagingen binnen het project.”

Likelihoodratio’s

Europese laboratoria spraken vorig jaar al af dezelfde eisen te stellen voor de interpretatie en rapportage van forensisch bewijs. De instituten gaan interpreteren en rapporteren aan de hand van hypothesen en zogenoemde likelihoodratio’s, waarbij de deskundigen een uitspraak doen over bewijskracht. Statistische gegevens uit databases helpen daar dus bij.