NFI spreekt op internationaal congres over vermissingen

Natuurrampen, oorlogen, vliegtuigongelukken. Het zijn voorbeelden van gebeurtenissen waar mensen vermist raken. Om op internationaal niveau van gedachten te wisselen over de onderzoeksmogelijkheden naar vermiste personen organiseert de International Commission on Missing Persons (ICMP) de conferentie The Missing.

De conferentie vindt plaats van 29 oktober tot en met 1 november. Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) is één van de sprekers.

"De ICMP en het NFI hebben veel gemeen: een belangrijke internationale focus, geavanceerde laboratoria en technologie en de uitdaging om die zaken te combineren. De ICMP is erg verheugd met de bijdrage van het NFI aan de conferentie en we willen graag de al bestaande samenwerking met het NFI op het gebied van DNA en forensische archeologie verder ontwikkelen," zegt Katryne Bomberger, directeur-generaal van de ICMP. 

Van oorlog tot natuurramp

Tijdens de conferentie is er aandacht voor de volgende vier thema’s

  1. gewapende conflicten en schending van de mensenrechten
  2. rampen en grote calamiteiten
  3. georganiseerd geweld en migratie
  4. uitdagingen voor een wereldwijde inzet om vermisten te identificeren


Het NFI maakt deel uit van de paneldiscussie over rampen en grote calamiteiten. Het onderwerp dat wordt behandeld is ‘voorbereiding’.

Ervaring in binnen- en buitenland

Het NFI heeft zowel in binnen- als buitenland ervaring met onderzoek naar rampen en calamiteiten. Zo was het NFI in Nederland onder meer betrokken bij het onderzoek naar de Bijlmerramp en de vuurwerkramp in Enschede. In het buitenland werd voor de identificatie van de slachtoffers de hulp van het NFI ingeschakeld bij onder meer de tsunami in Azië en de vliegtuigramp in Tripoli.

Softwaresysteem Bonaparte voor identificatie

Voor de identificatie van de slachtoffers van de vliegtuigramp in Tripoli gebruikte het NFI het softwaresysteem Bonaparte. Bij een ramp is het, zeker voor de nabestaanden, van groot belang dat de slachtoffers zo snel  mogelijk geïdentificeerd worden. Dat kan door de DNA-profielen van vermiste personen te vergelijken met de DNA-profielen van ongeïdentificeerde slachtoffers. Maar er is niet altijd voldoende DNA van de slachtoffers of vermisten aanwezig om een DNA-profiel op te stellen. In dat geval moet de 'matching' indirect plaatsvinden. Dit gebeurt met DNA-profielen van familieleden. Het gevonden afzonderlijke DNA wordt dan door de geautomatiseerde kansrekening van Bonaparte gematcht met dat van familie van de slachtoffers of vermiste persoon. 
Samen met de Stichting Neurale Netwerken (SNN) aan de Radboud Universiteit Nijmegen ontwikkelde het NFI dit softwaresysteem voor grootschalig verwantschapsonderzoek op basis van DNA-profielen. Bonaparte zal tijdens The Missing onder de aandacht van de internationale gemeenschap worden gebracht.

Belang heldere rolverdeling

De ervaringen die het NFI heeft opgedaan bij (inter)nationale rampen en calamiteiten komen aan bod in de presentatie die het NFI op de conferentie geeft. Hierbij zal de focus liggen op de verschillen tussen werken in het binnenland waar de samenwerkingspartners bekend zijn met elkaars werk en werken in het buitenland waar dit vaak niet het geval is. Doel van de presentatie van het NFI is het belang te benadrukken van de totstandkoming van een snelle en heldere rolverdeling wanneer lokale en internationale organisaties bij een ramp of calamiteit in het buitenland moeten samenwerken.

NFI heeft totaalpakket voor onderzoek

Het feit dat het NFI meer dan veertig verschillende deskundigheidsgebieden herbergt, maakt het voor het NFI mogelijk om alle vrijwel facetten van een calamiteit of ramp met vermisten te onderzoeken. Zo beschikt het NFI onder meer over deskundigen die de relevante sporen op een plaats delict kunnen veiligstellen, maar ook over DNA-deskundigen, forensisch archeologen en forensisch antropologen die bij de identificatie van slachtoffers een belangrijke rol kunnen spelen.