DNA uit kattenharen
In Groot-Brittannië is onlangs voor het eerst het DNA van een kat gebruikt in een strafproces. Ook bij het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) worden dierharen forensisch onderzocht. Dat gebeurt bij het onderzoeksgebied niet-humane biologische sporen.
Dubbele DNA-match
Zo werden er in het verleden kattenharen op een plaats delict aangetroffen, terwijl het slachtoffer en de familie van het slachtoffer geen kat als huisdier hadden. Jaren later kwam door een match in de DNA-databank voor strafzaken een verdachte in beeld. Die verdachte had een kat, waarvan het DNA uit de haren ook matchte met het DNA uit de kattenharen die op de plaats delict werden aangetroffen.
Berkenzaadjes
Naast dierharen worden bijvoorbeeld ook botanische sporen onderzocht. Ook die kunnen een rol spelen in een forensisch onderzoek, zoals in het volgende voorbeeld. De politie trof een vermoorde persoon aan in een bos en kreeg al vrij snel een verdachte in het vizier. In de auto van de verdachte werd een zeil gevonden dat voor onderzoek naar het NFI werd gestuurd. De onderzoekers bij niet-humane biologische sporen vonden onder meer berkenzaadjes op het zeil. Nader onderzoek wees uit dat het DNA van deze zaadjes overeenkwam met dat van twee berkenbomen die in de directe omgeving van de plaats delict stonden.
Bij het onderzoeksgebied niet-humane biologische sporen worden gemiddeld 120 zaken per jaar uitgevoerd.