Forensische techniek van de toekomst in CSI Lab
Een plaats delict (PD) die altijd intact en onderzoekbaar blijft. Op donderdag 27 oktober opent loco-burgemeester Kool van Den Haag het CSI Lab. In dit speciaal ontwikkelde laboratorium kan onderzoek gedaan worden op de virtuele PD, lang nadat de daadwerkelijke plaats van dat misdrijf is opgeruimd en vrijgegeven. Het CSI Lab is als forensische trainingsfaciliteit uniek in de wereld.
Een PD kun je maar één keer onderzoeken. Sporen die over het hoofd worden gezien zijn voorgoed verloren. Het consortium CSI The Hague, waarin het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) samenwerkt met vooraanstaande kennisinstituten en hightech bedrijven, ontwikkelt de forensische technieken van de toekomst. Met deze technieken is een PD digitaal op te slaan en virtueel te onderzoeken.
Binnen CSI The Hague zijn onder meer een tablet en een virtual reality-bril tot stand gekomen, waarmee onderzoekers op een PD driedimensionale opnames kunnen maken en waaraan ze met ‘augmented reality’-techniek bevindingen en opmerkingen kunnen toevoegen. Ook zijn er camera’s ontwikkeld die warmtesporen en bloedsporen vastleggen. In het CSI Lab kunnen de gemaakte beelden worden geprojecteerd en bewaard. Rechercheurs en forensisch onderzoekers kunnen daardoor, lang nadat de echte plaats delict is vrijgegeven, met gebruik van ‘serious gaming’-technieken de PD virtueel onderzoeken en hypotheses testen.
Andro Vos, namens het NFI projectleider van CSI The Hague: “Het digitaal en driedimensionaal opslaan van een plaats delict is niet alleen relevant voor de mensen die de PD onderzoeken, maar het helpt Openbaar Ministerie, rechters en advocaten ook om inzicht te krijgen in wat er mogelijk op de plaats delict is gebeurd.”
Virtuele en fysieke trainingsmogelijkheden
In het CSI Lab kunnen waarheidsgetrouwe scenario’s virtueel gesimuleerd worden, zodat mensen kunnen worden getraind in het toepassen van nieuwe en bestaande onderzoeksmethodes op een PD. Naast de virtuele PD is er in het CSI Lab ook een echte PD gebouwd, waardoor virtuele en fysieke trainingen gecombineerd kunnen worden.
Meer inzicht in complexiteit
Bij onderzoek op de fysieke PD kan het gedrag van de forensisch onderzoekers gemonitord en geanalyseerd worden. Vanuit de observatiekamer kunnen onder meer de hartslag en de looproutes van de aanwezigen worden gevolgd. Deze informatie vergroot het inzicht in de complexiteit van het PD-onderzoek. Zo kunnen nieuwe opsporingsmethodes worden ontwikkeld en bestaande methodes verder worden verbeterd.
Toekomst: samenbrengen en valideren
“In 2009 ging het project van start en inmiddels beschikken we over het CSI Lab; de plek waar we de ontwikkelde technieken samenbrengen. Daar zijn we trots op. Maar we zijn nog niet klaar. We blijven als consortium samen werken aan innovatie. Zo zal het komende jaar enerzijds in het teken staan van het op handzame en inzichtelijke manier samenbrengen van alle mogelijkheden. En anderzijds op het valideren en daarmee breed inzetbaar maken van de ontwikkelde technieken,” aldus Vos.
Over CSI The Hague
Binnen CSI The Hague werken de volgende partijen samen: Academisch Medisch Centrum van de Uva, Capgemini, Chess, E-Semble, Eagle Vision, Forensic Technical Solutions, De Haagse Hogeschool, Noldus, TIGNL, Philips, Thales Nederland, TNO, TU Delft en het NFI. De partners binnen CSI The Hague maken bestaande technologieën uit onder meer de medische wetenschap en de luchtvaart geschikt voor toepassingen in het forensisch domein.