DNA-onderzoek slachtoffers Tripoli
Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) zet nieuw ontwikkelde software in bij de identificatie middels DNA van de slachtoffers van de vliegtuigramp in Tripoli. Het NFI heeft samen met Stichting Neurale Netwerken van de Radboud Universiteit Nijmegen software ontwikkeld waarmee bij grote incidenten en rampen met veel slachtoffers DNA van bloedverwanten vergeleken kan worden met het DNA van slachtoffers.
Vergelijken met stambomen
Bij de vliegtuigramp in Tripoli zijn veel slachtoffers te betreuren. De inzet van het Landelijk Team Forensische Opsporing is gericht op een snelle en juiste identificatie van de slachtoffers. Snelle identificatie is van groot belang voor de nabestaanden. DNA-onderzoek speelt bij het identificatieproces een belangrijke rol. Het NFI neemt het volledige DNA-onderzoek bij deze ramp voor zijn rekening.
Bij het ongeluk zijn in een aantal gevallen ouders met kinderen samen verongelukt. Dit betekent dat in dergelijke gevallen vaak geen referentiemonsters van levende eerstegraads familieleden beschikbaar zijn. In dergelijke gevallen kunnen referentiemonsters van andere bloedverwanten worden onderzocht. Hierbij worden de stambomen van alle slachtoffers in kaart gebracht. De nieuwe software is in staat om aan de hand van de informatie in de stambomen alle DNA-profielen met elkaar te vergelijken en alle mogelijke familierelaties in kaart te brengen. Het identificatieproces wordt hiermee aanzienlijk versneld.
Proces
Het Landelijk Team Forensische Opsporing (LTFO) heeft referentiemonsters wangslijmvlies verzameld van bloedverwanten van de slachtoffers. Wanneer geen of onvoldoende bloedverwanten beschikbaar waren, zijn biologische sporen (zoals haren en speeksel) van gebruiksvoorwerpen van de slachtoffers verzameld. Het LTFO heeft al deze monsters en referentiemonsters van de slachtoffers aangeleverd aan het NFI voor het vervaardigen van de DNA-profielen en voor het uitvoeren van het DNA-verwantschapsonderzoek met behulp van de nieuw ontwikkelde software. In opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken rapporteert het NFI de resultaten van het DNA-onderzoek aan het LTFO, dat de uitkomsten van het DNA-onderzoek betrekt bij de andere onderzoeksgegevens van het identificatieonderzoek.