Onderzoek naar onbekende doden in Rotterdam

Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) heeft vandaag onderzoek uitgevoerd naar de identiteit van negen onbekende doden die begraven lagen op begraafplaats Crooswijk in Rotterdam.

Deze doden zonder naam zijn opgegraven, omdat hun graven 15 jaar bestaan en daarom geruimd zullen worden. Om het mogelijk te maken dat ooit de identiteit van deze overledenen wordt achterhaald, zijn hun kenmerken met de laatste technieken onderzocht en opgenomen in de landelijke databank van vermiste personen van het KLPD.

Onderzoek naar de identiteit

Experts van het NFI hebben naast DNA-onderzoek ook forensisch-antropologisch onderzoek uitgevoerd. Hierbij gaat het om het bepalen van het geslacht, de lengte en een schatting van de leeftijd. Dit is onderdeel van het biologische profiel, waarbij ook opgemerkte oude breuken of aandoeningen aan het skeletmateriaal een rol spelen. Het cold-case team van de politie Rotterdam-Rijnmond zal met de NFI-onderzoeksresultaten de databank van vermiste personen van het KLPD raadplegen. De resultaten daarvan kunnen, in combinatie met destijds door de politie verricht onderzoek, aanleiding geven tot het heropenen van een onderzoek.

DNA en overige kenmerken

Sinds de invoering van de nieuwe Wet op de lijkbezorging in januari 2010 is de burgemeester verantwoordelijk voor het onderzoek naar de identiteit van onbekende overledenen. Van alle personen die nu dood worden aangetroffen en van wie de identiteit onbekend is, wordt meteen DNA en overige kenmerken afgenomen voor de databank. Bij eerder begraven onbekende personen worden deze gegevens verzameld op het moment dat hun grafrechten vervallen. De afgelopen decennia kon de identiteit van enkele tientallen mensen niet worden achterhaald voordat zij begraven werden. In die tijd kon er ook geen DNA-materiaal afgenomen worden. Mede door de ontwikkelingen op DNA-gebied zijn er nu meer mogelijkheden om onderzoek te verrichten naar hun identiteit.

Speciale voorziening voor onbekende overledenen

In Rotterdam worden jaarlijks enkele onbekende overledenen gevonden. Als het niet mogelijk blijkt om deze personen te identificeren, worden ze door de gemeente begraven. De gemeente Rotterdam heeft daarvoor een deel van de Zuiderbegraafplaats ingericht. In Rotterdam liggen nog ongeveer 40 naamlozen begraven. Wanneer hun graf na 15 jaar wordt geruimd, worden de stoffelijke resten door het NFI onderzocht. Daarna worden ze overgebracht naar het speciale vak op de Zuiderbegraafplaats. Er is plaats voor 100 graven, zodat ook andere gemeenten gebruik kunnen maken van deze voorziening.