Kindermishandeling beter op te sporen

Het eerste exemplaar van het boek “Forensische aspecten van fracturen op de kinderleeftijd” is vanmiddag overhandigd door Tjark Tjin-A-Tsoi, algemeen directeur van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) aan Gemma Tielen, directeur Jeugdzorg van het Ministerie voor Jeugd en Gezin en aan Ivo Opstelten, voorzitter van de Stuurgroep Aanpak Kindermishandeling.

In het boek beschrijven Rob Bilo, Simon Robben en Rick van Rijn hoe botbreuken bij kinderen, die het gevolg kunnen zijn van mishandeling, door een arts kunnen worden herkend. Rob Bilo is als onderzoeker verbonden aan het NFI. Simon Robben en Rick van Rijn zijn respectievelijk verbonden aan het Maastricht Universitair Medisch Centrum en het Academisch Medisch Centrum Amsterdam.

Kindermishandeling blijkt voor veel hulpverleners en medici nog steeds moeilijk te ontdekken. Vaak ontberen zij de specifieke kennis die nodig is om een fractuur, opgelopen door buitenspelen, te onderscheiden van een fractuur die het gevolg kan zijn van kindermishandeling. De (kennis)infrastructuur om dergelijke gevallen snel en accuraat te herkennen is ontoereikend. Doordat de meeste medici en hulpverleners niet over deze specifieke kennis beschikken, bestaat het gevaar dat kindermishandeling niet wordt herkend.

Het boek “Forensische aspecten van fracturen op de kinderleeftijd” biedt medici kennis over dit gevoelige onderwerp.

Sinds ruim een jaar biedt het NFI in aanvulling op de forensische geneeskunde bij volwassenen ook specifieke diensten aan op het gebied van de forensische kindergeneeskunde (pediatrie). Het NFI overweegt de activiteiten op het gebied van pediatrie uit te breiden indien autoriteiten van mening zijn dat daarmee een belangrijke bijdrage kan worden geleverd aan het bestrijden van kindermishandeling.

Verkrijgbaarheid

Het boek is bij reguliere boekhandels verkrijgbaar onder ISBN nummer: 90-74991-58-0.